3)
Breng een label aan op de hoofdschakelaar om te voorkomen dat de schakelaar per ongeluk wordt ingeschakeld.
4)
Sluit de aanzuig-, pers- en vloeistofinspuitkleppen.
5)
Sluit de recuperator aan op de compressor en tap het koelmiddel af in een geschikte en schone recipiënt.
6)
Verwijder het koelmiddel tot de interne druk negatief is geworden (in vergelijking met de atmosferische druk). Dit
beperkt de hoeveelheid in olie opgelost koelmiddel tot een minimum.
7)
Laat de olie uit de compressor af met de aftapkraan onder de motor.
8)
Verwijder het deksel van het oliefilter en het interne filterelement.
9)
Breng het deksel en de pakking weer aan. Houd de pakkingen vrij van mineraalolie om het systeem niet te
vervuilen.
10) Breng het nieuwe filterelement aan.
11) Breng het filterdeksel weer aan en draai de schroeven vast. De schroeven moeten om beurten en geleidelijk
worden vastgedraaid met de momentsleutel op 60 Nm.
12) Vul olie bij via de bovenste kraan op de olie-afscheider. Omdat esterolie erg hygroscopisch is, moet u de olie zo
snel mogelijk bijvullen. Stel esterolie niet meer dan 10 minuten bloot aan de open lucht.
13) Sluit de olievulkraan.
14) Sluit de vacuümpomp aan en vacumeer de compressor tot 230 Pa.
15) Sluit de kraan van de vacuümpomp zodra deze waarde is bereikt.
16) Open de pers-, aanzuig- en vloeistofinspuitkleppen van het systeem.
17) Verwijder de vacuümpomp van de compressor.
18) Verwijder het waarschuwingslabel van de hoofdschakelaar.
19) Sluit de hoofdschakelaar Q10 om de unit van voeding te voorzien.
20) Start de machine volgens de hierboven beschreven opstartprocedure.
Koelmiddel vullen
De units zijn ontworpen voor gebruik met R134a-koelmiddel. Gebruik GEEN ANDER koelmiddel dan R134a.
Zorg voor voldoende waterstroming door de verdamper gedurend e de hele tijd dat koelmiddelgas aan het systeem wordt
toegevoegd of onttrokken. Wanneer de waterstroming tijdens deze procedure zou worden onderbroken, zou de
verdamper bevriezen en zouden de interne leidingen breken.
Vorstschade maakt de garantie ongeldig.
Koelmiddel verwijderen en bijvullen moet worden uitgevoerd door technici die bevoegd zijn om het materiaal voor deze
unit te gebruiken. Verkeerd onderhoud kan leiden tot een ongecontroleerd verlies van druk en vloeistof. Breng geen
koelmiddel en smeerolie in het milieu. Zorg er altijd voor dat u beschikt over een geschikt koelmiddelverwijdersysteem.
De units verlaten de fabriek met een volledige koelmiddelvulling, maar in sommige gevallen kan het nodig zijn om de
machine ter plaatse bij te vullen.
Controleer altijd de oorzaken van een verlies aan koelmiddel. Repareer het systeem indien nodig en vul dan koelmiddel
bij.
De machine kan worden bijgevuld onder om het even welke stabiele belasting (bij voorkeur tussen 70 en 100%) en bij
om het even welke omgevingstemperatuur (bij voorkeur boven 20°C). De machine moet minstens 5 minuten draaien
zodat de ventilatortrappen, en dus ook de condensatiedruk, kunnen stabiliseren.
Ongeveer 15% van de condensorbatterijen is voorzien voor het onderkoelen van het vloeibare koelmiddel. De waarde
voor onderkoelen is ongeveer 5-6°C (10-15°C voor machines met een economiser).
Wanneer het onderkoeldeel volledig gevuld is, zal meer koelmiddel toevoegen de efficiëntie van het systeem niet
verhogen. Een kleine hoeveelheid extra koelmiddel (12 kg) maakt het systeem wel iets minder gevoelig.
Opmerking: Wanneer de belasting en het aantal actieve ventilatoren varieert, varieert ook het onderkoelen en
stabiliseert dit pas na enkele minuten. Het mag echter nooit onder 3°C zakken. De waarde voor onderkoelen kan ook
licht veranderen wanneer de watertemperatuur en de oververhitting aan de inlaatzijde veranderen. Het onderkoelen daalt
LET OP
WAARSCHUWING
LET OP
WAARSCHUWING
D–EIMAC00708-16NL - 67/76