Om ervoor te zorgen dat de olie naar de compressor terugkeert ook bij deellast, gebruik de aanzuigleiding in de
opwaartse richting met maten boven de 2" ¼" voor vollast koelcapaciteit in het bereik 100 -105 kW; boven de 2" 5/8 voor
vollast koelcapaciteit in het bereik 150-200 kW, boven de 3" 1/8 voor vollast koelcapaciteit in het bereik 200-300 kW.
Gebruik constructies met dubbele aanzuigstijgbuizen indien nodig.
Zorg ervoor dat in de vloeistofleiding een kijkglas geïnstalleerd wordt zo dicht mogelijk bij het expansieapparaat van de
verdamper.
Expansieklep
De expansieklep moet ontworpen worden afhankelijk van de koelcapaciteit en drukvallen over de vloeistofleiding en de
verdamperverdeler.
De referentiewaarden van de condensatiedruk zijn als volgt
ST Versie
Ontwerppunt (35°C omgevingstemperatuur, 7°C aanzuig)
Maximum
Min
LN Versie
Ontwerppunt (35°C omgevingstemperatuur, 7°C aanzuig)
Maximum
Min
De expansieklep kan ofwel thermostatisch ofwel elektronisch zijn. In het geval van een elektronisc he expansieklep, moet
deze uitgerust zijn met een autonome controller en apparatuur.
De installatie van een elektronische expansieklep wordt gesuggereerd wanneer het werkbereik van de koeler (en in het
bijzonder de omgevingstemperatuur) vrij breed is en wanneer een lage verzadigde aanzuigtemperatuur verwacht wordt.
Koelmiddelvulling
Het voorvullen met koelmiddel kan beoordeeld worden volgens de volgende formule
Koelmiddelvulling [kg] =unit vulling volgens de volgende technische specificatietabellen + ld * Fl + sd * Fs + Ve * 0.5
ld = waarde in tabel 14
sd = waarde in tabel 14
Fs = totale lengte van de aanzuigleiding (m) ter plaatse
FI = totale lengte van de vloeistofleiding (m) ter plaatse
Ve = koelmiddelvolume van de verdamper (liter) ter plaatse
Tabel 14 – Koelmiddelvulling (m) voor vloeistof- en aanzuigleiding
De berekende koelmiddelvoorvulling moet worden toegevoegd voor de unit opgestart wordt (een lopende compressor
kan de unit beschadigen).
Na de controles van voorvulling en pre-starten, moet de vulling afgesteld worden.
Voor het fijnafstellen van de koelmiddelvulling moet de compressor bij vollast werken (100%).
De vulling moet afgesteld worden om oververhitting en onderkoeling aan de aanzuigzijde te hebben binnen een
toegestaan bereik en om het kijkglas volledig gesloten zijn. Zolang het kijk glas van de vloeistofleiding niet gesloten is,
voeg koelmiddel bij in stappen van enkele kg en wacht tot de unit in stabiele omstandigheden werkt. De unit moet de tijd
hebben om te stabiliseren wat betekent dat het vullen op een vlotte manier moet plaats vinden.
Controleer het kijkglas bij het afstellen van de vulling.
Noteer de oververhitting en onderkoeling voor toekomstige referentie.
Noteer de totale koelmiddelvulling op het typeplaatje van de unit en op het label van de koelmiddelvulling die bij het
product geleverd wordt.
Vloeistofleiding
ld
diameter
1" 5/8
1.30
1" 3/8
0.93
1" 1/4
0.61
7/8
0.36
3/4
0.26
:
14
barg
:
18,5
barg
:
9,0
barg
:
15
barg
:
18,5
barg
:
9,0
barg
Aanzuigleidi
sd
ngdiameter
0.076
3" 1/8
0.053
2" 5/8
0.035
2" 1/4
0.021
1" 5/8
0.015
1" 3/8
D–EIMAC00708-16NL - 31/76