Beschrijving van de koelcyclus met warmteterugwinning
Met betrekking tot de standaard koelmiddelcyclus (zowel voor de koeler als voor de condensatorunits); werd het
hogedruk koelmiddel gescheiden van de olie, voor de condensorbatterij bereikt werd. Het stroomt door de
warmtewisselaar waar het de hitte afvoert (van gas op verzadigingstemperatuur en gedeeltelijke condensatie) en water
opwarmt dat door de wisselaar vloeit. Na de warmtewisselaar wordt het vloeibare koelmiddel in de condensorbatterij
gestuurd, waar het wordt gecondenseerd door gedwongen ventilatie.
In units zonder economising wordt een extra onderkoeler op de vloeistofleiding toegevoegd die verdamping van een
klein deel van de vloeistof gebruikt, afgevoerd van de hoofdvloeistofstroom en geëxpandeerd naar aanzuigdruk om
onderkoeling te garanderen van het koelmiddel dat de expansieklep bereikt.
Besturing van het circuit voor gedeeltelijke warmteterugwinning en aanbevelingen
voor de installatie
Het warmteterugwinningssysteem is niet beheerd en/of bestuurd door de unit om overeen te komen met de
warmtebehoefte van het bedrijf; de eenheid wordt bestuurd door de gekoelde waterbehoefte en de hitte die niet
verbruikt wordt door het terugwinningssysteem wordt in de condensorbatterij afgevoerd.
De installateur moet de onderstaande suggesties opvolgen voor optimale systeemprestaties en betrouwbaarheid:
Installeren van een mechanische filter aan de inlaat van de wisselaar
Installeren van afsluitkranen om de wisselaar uit het hydraulische systeem te isoleren tijdens periodes van inactiviteit of
tijdens systeemonderhoud.
Installeren van een aftapkraan om de warmtewisselaar te laten leeglopen wanneer de kans groot is dat de
luchttemperatuur onder 0°C daalt in periodes dat de machine niet wordt gebruikt.
Plaatsen van flexibele antitrilling verbindingen op waterinlaat en uitlaatleiding van warmtewisselaar, om de overdracht
van trillingen en bijgevolg van geluid naar het hydraulisch systeem zo laag mogelijk te houden.
Laat het gewicht van de warmteterugwinningsleidingen niet rusten op de koppelstukken van de warmtewisselaar. De
hydraulische koppelstukken van de warmtewisselaars zijn niet ontworpen om hun gewicht te dragen.
Als de watertemperatuur van de warmteterugwinning lager is dan de omgevingstemperatuur, schakelt u de waterpomp
van de waterterugwinning best 3 minuten na het uitschakelen van de laatste compressor uit.
D–EIMAC00708-16NL - 50/76