Tabel 24 – Elektrische gegevens voor optionele pompen
Unitmodel
EWAD 100E ÷140E-SS
EWAD 100E ÷130E-SL
EWAD 160E ÷ 210E-SS
EWAD 160E ÷ 210E-SL
ST/LN
EWAD 260E-SS
EWAD 250E-SL
EWAD 310E ÷ 410E-SS
EWAD 300E ÷ 400E-SL
Wanneer de installatie met externe pompen werkt (= niet geleverd bij de unit), dan moet op de voedingslijn van elke
pomp een thermomagnetische stroomonderbreker en een besturingscontactgever worden voorzien.
Besturing waterpomp – Elektrische bekabeling
In het geval van externe waterpompen, wordt de besturing beheerd door een on -board microprocessor van de unit. Een
minimum bekabeling ter plaatse is vereist van de klant. Sluit de spoel van pompcontactgever aan op klemmen 527, 528
(pomp #1) en 530, 531 (pomp #2) van het klemmenbord MC115 van de klant en sluit in serie aan op een externe
stroombron. Controleer dat de spoelspanning overeenkomt met de voedingsspanning.
De digitale uitgangpoort van de microprocessor gebruikt voor de besturing van de waterpomp heeft de volgende
capaciteit:
Maximumspanning:
Maximumstroom: 2 A Weerstandsstroom - 2 A Inductiestroom
Referentienorm: EN 60730-1
Installeer het best een droog statuscontact op de stroomonderbreker van de pomp en sluit aan in serie met de
stromingsschakelaar.
Alarmrelais - Elektrische bedrading
De unit is voorzien van een digitale output met een droog contact die van status verandert zodra zich een alarm voordoet
in één van de koelmiddelcircuits. Sluit klemmen 525, 526 van het klemmenbord MC115 aan op een extern visueel of
auditief alarm of op het BMS om de werking te monitoren.
Afstandsbediening unit aan/uit – Elektrische bedrading
De machine heeft een digitale input (klemmen 703, 745 van het klemmenbord MC24) dat een afstandsbediening met
een extern droog contact mogelijk maakt. Op deze input kunnen een opstarttimer, een stroomonderbreker of een BMS
worden aangesloten. Wanneer het contact sluit, begint de microprocessor de opstartprocedure door eerst de eerste
waterpomp in te schakelen, gevolgd door de compressoren. Wanneer het afstandscontact opent, begint de
microprocessor de uitschakelprocedure van de machine.
Alarm van extern apparaat – Elektrische bedrading (optioneel)
Met behulp van deze functie kan de unit gestopt worden vanuit een extern alarmsignaal. Sluit klemmen 883, 884 van het
klemmenbord MC24 aan op een droog contact van een BMS of van een extern alarm.
Dubbel instelpunt– Elektrische bedrading
Met de functie dubbel instelpunt kan het instelpunt van de unit worden omgeschakeld tussen twee in de controller van de
unit voorgedefinieerde waarden. Een voorbeeld van een toepassing hiervan is voor ijsproductie 's nachts en
standaardwerking overdag. Sluit een schakelaar of een timer (droog contact) aan tussen klemmen 703 en 728 van het
klemmenbord MC24.
Motorkracht
(KW)
Lage
opvoerhoogte
1.5
2.2
3.0
4.0
250 V AC
Motor stroomvereiste (A)
Hoge
Lage
opvoerhoogte
opvoerhoogte
2.2
3.5
3.0
5.0
5.5
6.0
5.5
8.1
D–EIMAC00708-16NL - 41/76
Hoge
opvoerhoogte
5.0
6.0
10.1
10.1