Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LK/LP
3. Kies met
of
een type en druk OK.
4
De doseerpomp geeft de huidige configuratie van de parameters
van de bedrijfsvorm aan (Menu 03:31).
4. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
aan.
singang
11.2.2.3 Type impulsingang
De instelbare parameters onderscheiden zich in type:
Slagen
het impulsingangstype
biedt de volgende configuratie mogelijk-
Slagen
heden.
Parameter
Uitleg
Legt het aantal gemaakte slagen vast die de do-
Slagen per
seerpomp per impuls uitvoert. Daarbij wordt de
impuls
slagfrequentie aan de hand van de tijdelijke af-
stand tussen de laatste beide impulsen dyna-
misch bepaald.
Slagfrequentie = Aantal slagen / impulsafstand
Fabrieksinstellingen 1 Slag
Instelbereik: 1 – 999 slagen
Legt het aantal gemaakte impulsen vast die aan
Impulsen voor
de ingang aangeboden moeten worden om een
slag
slag te af te geven.
Fabrieksinstelling 1 Impuls
Instelbereik: 1 – 999 slagen
In het slaggeheugen worden alle nog uit te voeren
Slaggeheugen
slagen in het geheugen gezet. Is een slagverme-
nigvuldiging ingesteld, dan worden alle bij een
impuls behorende slagen in het slaggeheugen
weggezet. Met iedere impuls verhoogt het aantal
slagen zich in het geheugen, en met iedere uitge-
voerde slag vermindert dit. De grens van het slag-
geheugen moet verhoogd worden om de impuls-
-eisen op te slaan die nog tijdens het uitvoeren
van de slagen uit de vorige impuls-eisen aange-
troffen worden. Overstijgt het aantal van de ge-
maakte slagen het geheugen dan verschijnt de
foutmelding „Slaggeheugen Maximum".
Fabrieksinstelling 1 Slag
Instelbereik: 1 – 999 slagen
Tab. 40: Configuratie type Slagen
i
Bij een impuls vermenigvuldiging moet het slaggeheugen
handmatig mee verhoogd worden. Anders kan de configuratie
niet met OK bevestigd worden.
De parameter
Slagen per impuls
gelijktijdig ingesteld worden om voor een aantal impulsen een nauwkeu-
rig aantal slagen te definiëren. Daarbij wordt de slagfrequentie aan de
hand van de tijdelijke afstand tussen de laatste beide impulsen dyna-
misch bepaald.
Voorbeeld:
Bedrijfsvoering
38
Impul-
en
kunnen
Impulsen voor slag
BA-10020-05-V08
Wanneer „7 slagen per impuls" en „3 impulsen per slag" ingesteld zijn,
voert de doseerpomp 7 slagen per 3 ingangsimpulsen uit.
Capaciteit
Het impulsingangstype
Capaciteit
gelijkheden.
Parameter
Uitleg
Legt de verpompte capaciteit per impuls vast, ge-
Capaciteit
meten in ml. De capaciteit wordt berekend uit het
gegeven slagvolume van de doseerpomp na de
kalibratie en de automatisch berekende verhou-
ding van het aantal slagen en aantal impulsen.
De waarde tussen haakjes in de weergave geeft
het aantal slagen en impulsen weer (Aantal sla-
gen/Aantal impulsen).
Zie „Slaggeheugen" bij type „Slagen" op pagina
Slaggeheugen
38.
Tab. 41: Configuratie type Capaciteit
i
De capaciteit is afhankelijk van de drukopbrengst van de do-
seerpomp. Voor een correcte weergave van de capaciteit is de
doseerpomp te kalibreren.
Watermeter
Het impulsingangstype
Watermeter
gelijkheden.
Parameter
Uitleg
Legt de verpompte opbrengst van de doseer-
Capaciteit
pomp per kubieke meter (m
de watermeter vast, aangegeven in ml. De
waarde correspondeert met de doorstroom
hoeveelheid per impuls.
Omdat de doseerpomp de capaciteit alleen over
de slagfrequentie stuurt, is een afstemming tus-
sen watermeter-functie en aantal slagen van de
doseerpomp noodzakelijk.
De waarde tussen haakjes in de weergave geeft
het aantal slagen weer die per aantal impulsen
van de watermeter geactiveerd worden. (Aantal
slagen/Aantal impulsen)
Zie „Slaggeheugen" bij type „Slagen" op pagi-
Slaggeheugen
na 38.
Legt de doorstroomhoeveelheid van de water-
ml/Imp.
meter per impuls vast, gemeten in ml.
Legt de doorstroomhoeveelheid van de water-
L/imp.
meter per impuls vast, gemeten in L.
Tab. 42: Configuratie type Watermeter
Bedieningsvoorschrift
biedt de volgende configuratie mo-
biedt de volgende configuratie mo-
) doorstroming van
3
© Lutz-Jesco GmbH 2022