Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LK/LP
Handelingsactie:
ü
De doseerkop wordt overeenkomstig hoofdstuk 8.6 „Doseerkop-ont-
luchting aansluiten" op pagina 20 aangesloten.
Voer de volgende stappen uit:
1. Open de ontluchtingsschroef een volle slag (op de doseerkop kijkend
tegenwijzerzin = linksom).
2. Druk Menu.
3. Kies met
of
het menupunt
4. Druk Start en houdt de toets ingedrukt.
4
De doseerpomp begint met de hoogste frequentie te verpompen.
5. Laat de toets Start los, zodra een continue doorstroming zonder
luchtbellen uit de ontluchtings-aansluiting van de doseerkop is.
4
De doseerpomp stop met verpompen.
6. Sluit de ontluchtingsschroef.
Doseerpomp is ontlucht.
ü
i
In het geval van sterk uitgassende vloeistoffen is het aan te
bevelen om een continue uitstroming in te stellen. Open de
ontluchtingsschroef zo ver dat ongeveer 1 druppel per 1 – 3
slagen ontsnapt en sluit een afvoer hierop aan.
11.1.2 Vloeistofhoeveelheid begrenzen
Met de functie
kan de dosserpomp flexibel aan de plaatse-
Begrenzing
lijke voorwaarden bij de ingebruikname aangepast worden. Soms komt
het voor dat een groter model doseerpomp in de ontwerpfase uitgekozen
wordt. Om het risico van overdosering zo gering mogelijk te houden, kan
de vloeistofhoeveelheid begrenst worden.
De gereduceerde hoeveelheid geldt dan voor iedere bedrijfsmodus van
de doseerpomp. De instelling blijft ook na onderbreking van de spanning
behouden. Tijdens cailbratie van de doseerpomp heeft de procentueel be-
grensde capaciteit betrekking op de werkelijke capaciteit.
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk Menu.
2. Kies met
of
het menupunt
3. Stel met + en - de gewenste hoeveelheid in l/uur in en druk op OK.
4
De balk die de vloeistofhoeveelheid aangeeft, wordt nu in twee de-
len weergegeven.
Handbediening
90,0
Liter
Dag
75.0%
Menu
-
+
Stop
Afb. 37: Weergave met begrensde vloeistofhoeveelheid
Bedrijfsvoering
36
en druk OK.
Ontluchten
en druk OK.
Begrenzing
De balken hebben de volgende betekenis:
Balken
Betekenis
Begrensde hoeveelheidswaarde (aandeel van de
Boven
hoeveelheid van de fabrieksinstelling)
Actuele hoeveelheid in procenten van de
Onder
begrensde hoeveelheid
Vloeistofhoeveelheid begrenst.
ü
i
Om de begrenzing ongedaan te maken, moet de vloeistofhoe-
veelheid in menu
maal mogelijke waarde gezet worden.
11.1.3 Doseerpomp kalibreren
In afhankelijkheid van het ingezette doseermedium en de heersende
vloeistofdruk zijn de theoretische en de werkelijk gemeten capaciteit op
elkaar af te stemmen. Daarvoor dient de functie Kalibreren.
Handelingsactie:
ü
De delen van de installatie aan de perszijde van de doseerpomp wor-
den correct aangesloten en zijn bedrijfsklaar.
Voer de volgende stappen uit:
1. Vul een meetvat met volume-maatstrepen waaruit verpompt wordt
met de te doseren vloeistof.
2. Houdt het einde van de zuigleiding van de doseerpomp in dit vat.
3. Ontlucht de doseerpomp.
4. Druk Menu.
5. Kies met
of
het menupunt
4
De doseerpomp geeft het menu 5
5
Kalibreren
Capaciteit 100 %
Menu
Start
-
+
Afb. 38: Menu 5 Kalibreren
6. Stel met + en - de procentuele waarde van de capaciteit in waarmee
de kalibratie doorgevoerd gaat worden. Instelbereik 10 % – 100 %.
7. Druk Start.
4
De doseerpomp begint te pompen en geeft het aantal gemaakte sla-
gen aan.
8. Druk Gereed, zodra een goed meetbare waarde in het meetvat be-
reikt wordt.
4
De doseerpomp stopt en geeft de theoretische waarde van de vloei-
stofopbrengst in ml aan.
5.3
Kalibreren
Capaciteit 5.67ml
Fabrieksinstelling +0.0%
Menu
OK
-
+
Afb. 39: Menu 5.3 Kalibreren
BA-10020-05-V08
Bedieningsvoorschrift
op de waarde 0 of op de maxi-
Begrenzing
en druk OK.
Kalibreren
aan.
Kalibreren
© Lutz-Jesco GmbH 2022