Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Drukhoudventiel; Niveaubewaking; Pulsatiedemper; Aanzuighulp - Lutz-Jesco MAGDOS LK 05 Bedieningsvoorschrift

Magneet membraandoseerpompen
Inhoudsopgave

Advertenties

Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LK/LP

8.7.6 Drukhoudventiel

Drukhoudventielen zijn nodig wanneer:
Sterk schommelende systeemdruk heerst,
n
De druk aan de zuigzijde hoger is dan de perszijde, resp. wanneer in
n
drukloze leidingen gedoseerd moet worden.
In zulke gevallen geeft dit zonder drukhoudventiel onnauwkeurige do-
seerresultaten resp. overdosering. Het drukhoudventiel lost de problemen
op door dat er een gedefinieerde constante tegendruk is.
Een drukhoudventiel is niet altijd nodig wanneer een slang-injectiestuk
gebruikt wordt en de daardoor ontstane tegendruk voldoende is.

8.7.7 Pulsatiedemper

Pulsatiedempers vervullen de volgende functie:
Demping van pulserende vloeistofstromen voor processen die een
n
pulsarme dosering nodig hebben.
Vermindering van de weerstand van de doorstroming bij lange leidin-
n
gen.
Bij installatie aan de zuigzijde:
Demping van versnellings-massakrachten en reductie van slijtage
n
aan de doseerpomp.
Verhindering van cavitatie (afbreken van de vloeistofstroom) door te
n
hoge snelheden.
Pulsatiedempers vervullen ook belangrijke veiligheidsfuncties welke
voorkomen dat drukstoten ontstaan die leidingen in trilling brengen en tot
afscheuren kunnen leiden.
Dit probleem kan optreden bij:
Grote ampiltudes van de schommelingen,
n
Grote lengtes van de leidingen (heftigheid van de pulsatie stijgt met de
n
lengte van de leiding),
Toepassing van star leidingwerk in plaats van flexibele slangen.
n
Aanwijzing voor montage:
De montage moet in de onmiddelijke nabijheid zijn van de plaats waar
n
drukpieken gedempt moeten worden (direct voor het zuigventiel resp.
direct achter het persventiel).
Pulsatiedempers moeten met daarachter geïnstalleerde sperafsluiters
n
resp. drukhoudventielen ingebouwd worden. Door juiste instelling van
de ventielen en afsluiters kan de demping van de pulsatie nog meer
geoptimaliseerd worden.
Om onnodige verliezen door leidingweerstand te voorkomen zal de
n
verbindingsleiding dezelfde nominale doorlaat als die van de pulsatie-
demper hebben.
Grotere pulsatiedempers en deze met slangaansluitingen moeten se-
n
paraat bevestigd worden.
Leidingwerk mag geen mechanische spanningen op de pulsatiedem-
n
pers overdragen.

8.7.8 Aanzuighulp

Aanzuighulpen worden in het bijzonder aanbevolen bij:
Doseerpompen met geringe doorstroming per slag resp. geringe slag-
n
lengte instellingen,
Grote zuighoogte,
n
Vloeistofzijdig installeren
22
Hoge dichtheid (soortelijk gewicht) van de te doseren vloeistof,
n
Eerste aanzuiging op basis van droge ventielen en lucht in de zuiglei-
n
ding en doseerkop,
Doseerinstallaties met veelvuldige stilstand.
n
Overige voordelen die aanzuighulpen bieden:
Verhindering van cavitatie in de zuigleiding,
n
Gasafscheiding,
n
Optische doseercontrole bij kleine hoeveelheden,
n
Vereffenen van de zuigstroom.
n

8.7.9 Niveaubewaking

Niveaubewaking van de zuigzijdige toevoer van het doseermiddel om te
verhinderen dat de doseertank leeggezogen wordt en op tijd nagevuld
kan worden.

8.7.10 Dosering van suspensies

Bij dosering van suspensies moet de doseerkop regelmatig gespoeld
worden om afzetting te voorkomen. Hiervoor wordt een aanvoerleiding
voor het spoelmedium (water) in de zuigzijdige installatie gemaakt.
8.7.11 Zuigdrukregelaar
Een zuigdrukregelaar kan nodig zijn wanneer de zuigzijdige montage van
de installatie een variërende zuigdruk resp. toeloopdruk heeft:
Doseerpompen die bovenop een doseervat gemonteerd zijn, verpom-
n
pen met het ledigen van het vat minder omdat de zuighoogte toe-
neemt.
Doseerpompen die onder het niveau van een doseervat gemonteerd
n
zijn, verpompen met het ledigen van het vat minder omdat de positie-
ve toeloopdruk afneemt.
Andere problemen die kunnen ontstaan:
Hogere slijtage aan de doseerpomp zoals bijv. membraanbreuk door
n
sterk inwerkende krachten bij bijzonder hoge containers/vaten en do-
seervloeistoffen met hoge dichtheid.
Leeglopen van doseervaten bij membraanbreuk of leidingbreuk.
n
Ontoelaatbare hoge krachten in de pompaandrijving welke ontstaan
n
als doseerpompen de vloeistof direct uit drukleidingen krijgen.
Verminderde capaciteit van armaturen door cavitatie bij lange zuiglei-
n
dingen.
De installatie van een zuigdrukregelaar biedt hulp bij bovenstaande pro-
blemen. De zuigdrukregelaar wordt door de zuigdruk van de doseerpomp
geopend. Daardoor wordt veilig gesteld dat er geen vloeistof kan stromen
wanneer de doseerpomp niet loopt of in geval van een leidingbreuk geen
vacuüm kan optreden.
Aanwijzing voor montage:
Bij toepassing van een grote zuigdrukregelaar zal een pulsatiedemper
n
op de zuigzijde gebruikt moeten worden.
BA-10020-05-V08
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2022

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave