Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vloeistofzijdige Toebehoren; Overstortventiel - Lutz-Jesco MAGDOS LK 05 Bedieningsvoorschrift

Magneet membraandoseerpompen
Inhoudsopgave

Advertenties

Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LK/LP

8.7 Vloeistofzijdige toebehoren

Het volgende hoofdstuk verschaft een overzicht van de installatiemoge-
lijkheden.
Let er op dat deze gebruikershandleiding geen vervanging is voor de bij
de toebehoren meegeleverde handleidingen. Voor aanwijzingen betref-
fende de veiligheid en de exacte montage gelden de overeenkomstige
product begeleidende documenten.
8.7.1 Doorstroomsensor FLOWCON LP 1
De doorstroomsensor FLOWCON LP 1 is speciaal voor de bewaking van
oscillerende volumestromen ontwikkeld. De functie is gebaseerd op het
evalueren van het voor doseerpompen typische, pulsachtig uitstromende
doseervolume.
Tijdens de persslag wordt een drijflichaam door de stromende vloeistof
opgetild en activeert hierbij een Reed-contact. Door instelling van het
schakelpunt wordt het van tevoren door dosering vastgestelde doseervo-
lume bewaakt.
Zodoende wordt niet alleen gesensord of de doseerpomp verpompt, maar
ook of de ingestelde dosering bereikt wordt. De reproduceerbaarheid ligt
bij gelijkblijvende bedrijfsomstandigheden bij 10...20%.
Voor elektrische aansluiting van de FLOWCON zie hoofdstuk 9.2.5.1.
i
Lees ook het bedieningsvoorschrift van de doorstroomsensor
FLOWCON LP 1. Hierin staan aanwijzingen voor toepassing
met de doseerpomp MAGDOS LP.
8.7.2 Injectiestuk
Wanneer de persleiding naar een hoofdleiding voert, kan het beste een
injectiestuk toepast worden.
Injectiestukken vervullen een wezenlijke functie:
Doseren van het medium in de hoofdleiding,
n
Verhinderen van terugstroming in de persleiding door een terugslag-
n
ventiel.
Aanwijzing voor montage:
Injectiestukken in dubbelkogel-uitvoeringen moeten loodrecht van
n
onder in de hoofdleiding ingebouwd worden. Slaginjectiestukken en
veerbelaste injectiestukken zijn naar keuze in te bouwen.
Bij doseervloeistoffen welke neigen naar kristalvorming is het raad-
n
zaam om deze van onder in de hoofdleiding te monteren. Daardoor
wordt verhindert dat er lucht/gasbellen ingesloten worden.
Vele vloeistoffen neigen ertoe om de injectiestukken te verontreinigen
n
waardoor verstoppingen kunnen ontstaan. In zulke gevallen is het aan
te bevelen om een injectiestuk te kiezen welke eenvoudig uitgebouwd
en afgesloten kan worden.
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220712
8.7.3 Membraanbreuk sensor Lekkagesonde
In geval van een membraanbreuk ontstaat lekkage van de doseervloei-
stof. Deze lekkage wordt via de lekopening afgevoerd.
De doseerpomp MAGDOS LP wordt optioneel met een lekkagesonde in de
membraanflens uitgeleverd, welke bij membraanbreuk een signaal aan
de doseerpomp afgeeft en deze daardoor stopt. In het display verschijnt
een melding „Membraanbreuk" en een storing wordt doorgegeven. De
doseerpomp kan dan door bevestiging met „Start" weer gaan lopen.
Hiervoor moet het membraan gewisseld worden en de membraanflens
met achtergebleven restvloeistof gereinigd worden. Tussen de beide rin-
gen van de lekkage sensor mag geen geleidende verbinding meer be-
staan.
De aansluitkabel van de lekkagesonde heeft een M12x1-stekker die aan
de aansluitbus 5 aangesloten wordt (zie 9.2.5 „Aansluitbus 5 (alleen LP)"
op pagina 25).
Voor configuratie van de functie zie 10.7.13 „Menupunt „Membraan-
breuk" instellen (alleen LP)" op pagina 33.
8.7.4 Contactwatermeter
De contactwatermeter meet de doorstroming in een leiding en zendt een
impuls naar de doseerpomp die daarop begint te doseren. Ook bij grote
schommelingen in de doorstroming is zo een ideale proportionele dose-
ren mogelijk.
De contactwatermeter wordt op aansluitbus 2 aangesloten (zie 9.2.2
„Aansluitbus 2" op pagina 24).

8.7.5 Overstortventiel

Overstortventielen vervullen een belangrijke veiligheidsfunctie voor be-
scherming van de doseerpomp en de bijbehorende leidingen en armatu-
ren. De doseerpomp kan een veelvoud van de normaaldruk opleveren.
Door een geblokkeerde persleiding kan het tot uittreding van te doseren
vloeistof leiden.
Ontoelaatbare hoge druk kan ontstaan wanneer:
Afsluiters ondanks lopende doseerpomp gesloten worden,
n
Leidingen verstoppen.
n
Een overstortventiel opent een by-pass-leiding bij overeenkomstige druk
en beschermt de installatie zo voor schade door te hoge druk.
Aanwijzing voor montage:
De retourleiding van de te doseren vloeistof moet terug naar de do-
n
seertank resp. naar een opvangbak gevoerd worden.
De druk in de doseertank mag niet te groot zijn waardoor de terugge-
n
voerde vloeistof daarin kan komen.
Alternatief kan de vloeistof terug geleid worden in de zuigleiding voor
n
de doseerpomp. In dit geval mag er in de zuigleiding geen terugslag-
ventiel resp. voetventiel aanwezig zijn.
Het overstortventiel moet zo dicht mogelijk bij de doseerkop geïnstal-
n
leerd worden.
BA-10020-05-V08
Bedieningsvoorschrift
Vloeistofzijdig installeren
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave