Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrisch Installeren; Ontoereikende Elektromagnetische Tolerantie; Principes; Beschrijving Van De Aansluitbussen - Lutz-Jesco MAGDOS LK 05 Bedieningsvoorschrift

Magneet membraandoseerpompen
Inhoudsopgave

Advertenties

Magneet Membraandoseerpompen MAGDOS LK/LP

9 Elektrisch installeren

Levensgevaar door stroomschokken!
In geval van elektrische ongeval zal de doseerpomp snel van het span-
ningsnet gescheiden moeten worden.
ð
Installeer een noodschakelaar of integreer de doseerpomp in het
veiligheidsconcept van de installatie.
Gevaar van automatisch inschakelen!
De doseerpomp beschikt niet over een aan-/uit schakelaar en kan met
pompen beginnen zodra de voedingsspanning erop gezet wordt.
ð
Installeer een noodschakelaar of integreer de doseerpomp in het
veiligheidsconcept van de installatie.
Schade door foute netspanning
De aansluiting op een foutieve voedingsspanning leidt tot schade aan
de doseerpomp.
ð
Let op de weergave van de spanning op het typeschild.

Ontoereikende elektromagnetische tolerantie

Bij het aansluiten van de doseerpomp op de stekkerdoos zonder aan-
gesloten aarding kan de storingsgevoeligheid overeenkomstig de EMV-
-normen niet gegarandeerd worden.
ð
Sluit de doseerpomp alleen aan op een stekkerdoos met aangeslo-
ten aardleiding.

9.1 Principes

Voedingseenheid:
n
MAGDOS LK: 100 – 240 V AC of 100 – 125, 50/60 Hz
MAGDOS LP: 100 - 240 V AC, 50/60 Hz (netgedeelte met brede
inzetgebied)
De elektrische aansluiting moet volgens de plaatselijk geldende voor-
n
schriften gebeuren.
De doseerpomp moet aangesloten worden op een geaarde stekker-
n
doos.
Om een foutieve dosering na beëindiging van het proces te voorko-
n
men, moet de doseerpomp voorzien worden van een elektrische ver-
grendeling.
De doseerpomp mag niet met een aan-/uit schakelaar in de voedings-
n
spanning bedient worden.
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220712
GEVAAR
VOORZICHTIG
AANWIJZING
AANWIJZING
BA-10020-05-V08
Signaalkabel mag niet parallel naast krachtstroom en netleidingen
n
aangelegd worden. Stuur- en signaalkabels moeten in gescheiden ka-
nalen doorgevoerd worden. Bochten zullen onder een hoek van 90°
gelegd moeten worden.

9.2 Beschrijving van de aansluitbussen

Afb. 16: Aansluitbussen 1 - 5
Ingangen
Vrijgave-ingang
Impulsingang
Analoge ingang (alleen LP)
Niveau ingang
Doseercontrole ingang (alleen LP)
Membraanbreuk ingang (alleen LP)
Tab. 16: Ingangen van de besturing
Uitgangen
Slagterugmeld-uitgang
alternatief: Stoormeld-optocoupler-uitgang
Stoormeld-relais-uitgang (alleen LP)
Tab. 17: Uitgangen van de besturing
9.2.1 Aansluitbus 1
Aansluitbus 1 bezit een optocoupler-uitgang en een schakel-ingang.
De optocoupler kan als slag-terugmelding of als stoormelding ingesteld
worden. Het aansluitplan en de schakelgegevens worden in de volgende
tabellen aangegeven.
Bedieningsvoorschrift
Aansluitbussen
1
2
2
3
5
5
Aansluitbussen
1
4
Elektrisch installeren
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave