DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Haal
eerst de stroomadapter uit het stopcontact om de
snelheidssensor af te stellen. Volg dan de stappen
hieronder.
Verwijder met
een standaard
schroevendraaier
de Achterste
Beschermkap
(59) van de
Rechterschermen
en Linker (44, 45).
Verwijder vervolgens met een standaard schroeven
draaier voorzichtig de Voorste Beschermkap (37) van
de Rechterschermen en Linker (44, 45).
37
87
87
Zie vervolgens de bovenstaande tekening en de
GEDETAILLEERDE TEKENING B op bladzijde 27.
Haal dan alle Schroeven (69, 87, 89) uit de Rechter en
Linkerschermen (44, 45); maak een notitie van elke
locatie van elke Schroef. Schuif het Rechterscherm
dan voorzichtig weg.
44, 45
59
44, 45
69
87
Zoek de Snelheidssensor (58). Draai de Katrol (86)
totdat een Magneet (41) op dezelfde hoogte komt als
de Snelheidssensor.
Draai de M5 x 15mm Schroef (87) iets los. Schuif de
Snelheidssensor (58) iets dichter bij of verder van
de Magneet (41) en draai de Schroef opnieuw vast.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en laat de
katrol eventjes roteren. Herhaal deze procedure tot het
bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor juist is ingesteld, trekt u
de stroomadapter uit, en maakt u alle onderdelen die u
heeft verwijderd weer vast.
23
58
41
87
86