Faxen via computer
Bijwerken van geprogrammeerde bestemmingen
A
Selecteer in het menu [Start] de optie [Programma's], [LAN-Fax-hulpprogram-
ma's] en klik vervolgens op [Adresboek].
Het [Adresboek]-venster verschijnt.
Als LAN-Faxstuurprogramma reeds is opgestart, klikt u op [Adresboek bewer-
ken...].
B
Klik op [Nieuw/Bladeren...] en selecteer het CSV-bestand met de te bewerken
adreslijst.
C
Selecteer de te wijzigen bestemming zodat deze wordt gemarkeerd in de
lijst.
D
Wijzig de gegevens.
E
Klik op [Bijwerken].
5
F
Klik op [Sluiten].
G
Als u een bestemming heeft gewijzigd, verschijnt een melding ter bevesti-
ging. Om de wijzigingen op te slaan, klikt u op [Ja].
Als u de wijzigingen niet wilt opslaan en wilt stoppen met wijzigen, klikt u
op [Nee].
Om naar het wijzigingsdisplay terug te gaan, klikt u op [Annuleren].
Het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt niet als u geen wijzigingen
heeft aangebracht na het starten van het Adresboek.
Geprogrammeerde bestemmingen verwijderen
A
Selecteer in het menu [Start] de optie [Programma's], [LAN-Fax-hulpprogram-
ma's] en klik vervolgens op [Adresboek].
Het [Adresboek]-venster verschijnt.
Als LAN-Faxstuurprogramma reeds is opgestart, klikt u op [Adresboek bewer-
ken...].
B
Klik op [Nieuw/Bladeren...] en selecteer het CSV-bestand met de te bewerken
adreslijst.
C
Selecteer de te wissen bestemming zodat deze wordt gemarkeerd in de
lijst.
D
Klik op [Verw.].
E
Klik op [Ja].
174