Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluitingen; Aansluiten Van De Motor; Inbedrijfname; Controles Voor Het Opstarten - Grundfos DMX 227 Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Sluit de zuigleiding aan op de zuigklep (A).
– Installeer de zuigleiding in de tank zodat de voetklep ca.
5 tot 10 mm boven de bodem van de tank, of het eventuele
sedimentatieniveau blijft.
Sluit de persleiding aan op de persklep (B).
Installeer om de doseerpomp te beschermen tegen
een overmatige drukopbouw een veiligheidsventiel in
Voorzichtig
de persleiding.
Zorg er voor dat de ventielen goed zijn gepositio-
neerd - positie van ventielschijf (C)!
Afb. 12 Aansluiten van de zuig- en persleidingen
Pos.
Componenten
A
Zuigventiel
B
Persventiel
C
Ventielschijf

6. Elektrische aansluitingen

Zorg er voor dat de pomp geschikt is voor de elektrische voeding
waarop deze gebruikt gaat worden.
Waarschuwing
Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden
gemaakt door gekwalificeerd personeel!
Schakel de voeding uit voordat u de voedings-kabel
en de relaiscontacten aansluit!
Houd de lokale veiligheidsvoorschriften aan!
Waarschuwing
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door
personeel dat is geautoriseerd door Grundfos!
Waarschuwing
Bescherm de kabelaansluitingen en connectoren
tegen corrosie en vochtigheid.
Verwijder alleen de beschermkappen van de aanslui-
tingen die worden gebruikt.
De voedingsspanning moet galvanisch gescheiden
Voorzichtig
zijn van de signaalingangen en -uitgangen.
De pomp wordt uitgeschakeld door het uitschakelen
van de voedingsspanning.
N.B.
Schakel de voeding niet in totdat de pomp gestart
gaat worden.

6.1 Aansluiten van de motor

Sluit de motor aan overeenkomstig het aansluitschema in de
klemmenkast.
Let op de draairichting!
De klant moet zorgdragen voor een motorbeveiliging,
ingesteld op de nominale motorstroom.
Wanneer de pomp wordt gebruikt met een frequen-
Voorzichtig
tie-omvormer, moeten de jumpers in de klemmenkast
worden ingesteld overeenkomstigde spanning van de
omvormer.
De jumpers voor drie-fase motoren zijn af fabriek
ingesteld op ster aansluiting.

7. Inbedrijfname

7.1 Controles voor het opstarten

Controleer of de nominale spanning die op de typeplaat van
de pomp is vermeld correspondeert met de lokale situatie!
Controleer of alle aansluitingen goed zijn en draai deze aan
indien nodig.
Verifieer of alle doseerkopschroeven zijn aangedraaid met het
gespecificeerde aanhaalkoppel en draai deze aan indien
nodig.
Controleer of alle elektrische aansluitingen juist zijn.

7.2 Opstarten

Draai na de eerste keer opstarten en na elke keer dat
het membraan is vervangen de doseerkopschroeven
aan.
Voorzichtig
Na ca. 6-10 bedrijfsuren of twee dagen de schroeven
van de doseerkop aandraaien met een momentsleu-
tel.
Maximum aandraaikoppel: 70-80 Nm.

7.2.1 Vullen met tandwielkastolie

De pomp is in de fabriek getest en de olie is afgetapt vooraf-
gaande aan het transport. Vul voor het starten de pomp als volgt
met de meegeleverde special olie:
1. Zorg er voor dat de pomp is uitgeschakeld.
2. Draai de olievulschroef met peilstok los en verwijder deze.
3. Vul de tandwielolie langzaam bij via de vulopening totdat de
olie de markering op de peilstok heeft bereikt.
– Tandwielolie voor enkelvoudige pompen: 5,0 liter.
– Tandwielolie voor dubbele pompen: 7,5 liter.
4. Zet de pomp aan.
5. Ze de pomp na ca. 10 minuten weer uit, controleer het oliepeil
en vul olie bij indien nodig.
6. Plaats de olievulschroef met peilstok weer terug.

7.2.2 Starten van de pomp

1. Schakel de voedingsspanning in.
2. Pompen met frequentie-omvormer: Stel de doseercapaciteit in
op 100 %. Raadpleeg de installatie- en bedieningsinstructies
voor de frequentie-omvormer en paragraaf
de capaciteit m.b.v. een frequentie-omvormer
De pomp is nu bedrijfsgereed.

8.3 Instellen van

.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave