In geval van pech
Voor toegang tot de (+) klem:
► ontgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en maak
aan de buitenzijde de veiligheidshaak los,
► til de motorkap op en plaats de
motorkapsteun.
Pluspool (+).
Deze is voorzien van een aansluiting met
snelkoppeling.
Minpool (-).
De (-) minpool van de accu is niet bereikbaar,
gebruik de motorsteun.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de
motor worden gestart met een hulpaccu (externe
accu of een accu van een andere auto) en
startkabels of een startbooster.
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
hoger.
132
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, aandrijfriemen enz.) bevinden.
Maak de (+) klem niet los bij draaiende motor.
► Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog.
► Sluit de rode kabel aan op de pluspool
(+) van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu B of de startbooster.
► Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B of de startbooster
(of op een massapunt van de auto met de
hulpaccu).
► Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu.
► Start de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten draaien.
► Stel de startmotor van de auto met de lege
accu in werking en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact
af en wacht even alvorens een nieuwe poging
te doen.
► Wacht tot de motor stationair draait en neem
dan de kabels in omgekeerde volgorde los.
► Breng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
rijdend of stilstaand, om het laadniveau van de
accu op een correct peil te krijgen.
Een aantal functies, waaronder het Stop
& Start-systeem, is niet beschikbaar als
de laadtoestand van de accu onvoldoende is.
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.