In geval van pech
► Draai de centrale moer los.
► Verwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
► Til het reservewiel aan de achterzijde op en
trek het naar u toe.
► Haal het wiel uit de bagageruimte.
Het reservewiel terugplaatsen
► Leg het reservewiel terug in de
reservewielbak.
► Draai de moer op de bout een aantal
omwentelingen los.
► Plaats het bevestigingssysteem (moer en
bout) op het midden van het wiel.
► Draai de centrale moer voldoende vast om
het wiel goed te bevestigen.
► Berg, afhankelijk van de uitvoering, de
gereedschapskist weer in het midden van het
wiel op en klik de kist vast.
122
Als er geen wiel in de reservewielbak ligt,
kan het bevestigingssysteem (moer en
bout) niet worden teruggeplaatst.
Verwijderen van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto stil op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor
dat de auto op een horizontale, stabiele en
stroeve ondergrond staat.
Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de eerste
versnelling in en zet vervolgens het contact af
om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de stand P
en zet vervolgens het contact af om de wielen
te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan en controleer of het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
brandt.
De inzittenden moeten de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats
bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt; gebruik een bok.
Wiel met wieldop
Monteren: haal de wielbouten aan en
breng daarna de wieldop aan; plaats de
opening in lijn met het ventiel en druk de
wieldop vervolgens rondom vast met de palm
van uw hand.
Procedure
► Als de auto is uitgerust met stalen velgen,
verwijdert u de wieldop.
► Als de auto is uitgerust met lichtmetalen
velgen, verwijder dan de sierdop(pen) met
gereedschap 3.
► Als de auto is uitgerust met slotbouten, zet u
de dop 5 op de wielsleutel 1 om de slotbout los
te draaien.
► Draai de overige wielbouten iets los en
gebruik daarbij alleen de wielsleutel 1.