Inhoudsopgave
Advertenties
Voices selecteren en bespelen
Procedure
U kunt reverb in- en uitschakelen door herhaaldelijk op de knop
De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de knop
Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte voor de geselecteerde voice aan met de knoppen
, terwijl u de knop
[+/YES]
en 20. De huidige diepte-instelling verschijnt in het LED-display zolang de knop
wordt ingedrukt.
[REVERB]
[EFFECT]
Met de knop
[EFFECT]
verdiepen en verlevendigen.
UIT:
Als er geen effect is geselecteerd, brandt er geen indicator bij EFFECT.
CHORUS:
Een licht zwevend, verbredend effect
PHASER:
Voegt een breed, uitgestrekt effect toe aan het geluid.
TREMOLO: Tremolo-effect
ROTARY SP: Voegt het vibrato-effect toe van een ronddraaiende luidspreker.
Procedure
Als u een effecttype wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop
indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke keer
als u op de knop
[EFFECT]
uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
U kunt de effectdiepte voor de geselecteerde voice aanpassen met de knoppen
[+/YES]
, terwijl u de knop
Het dieptebereik ligt tussen 0 en 20. De huidige diepte-instelling verschijnt in het LED-
display zolang de knop
[DDE] (CLP-240)
Als het DDE-effect (Dynamic Damper Effect) is ingeschakeld, hoort u een simulatie
van het sustaingeluid van het demperpedaal op een vleugel als u het demperpedaal
indrukt en het toetsenbord bespeelt. Dit effect is van invloed op het totale geluid van
het instrument.
Procedure
U kunt DDE in- en uitschakelen door herhaaldelijk op de knop
De DDE-diepte aanpassen
U kunt de DDE-diepte aanpassen met de knoppen
knop
ingedrukt houdt.
[DDE]
Het dieptebereik ligt tussen 0 en 20. De huidige diepte-instelling verschijnt in het LED-
display zolang de knop
22
CLP-240/230 Gebruikershandleiding
ingedrukt houdt. Het dieptebereik ligt tussen 0
[REVERB]
kunt u een effect selecteren waarmee u uw geluid kunt
drukt). Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators
[EFFECT]
ingedrukt houdt.
wordt ingedrukt.
[EFFECT]
[–/NO]
wordt ingedrukt.
[DDE]
te drukken.
[REVERB]
wordt ingedrukt.
[REVERB]
[–/NO]
en
tot de
[EFFECT]
[–/NO]
te drukken.
[DDE]
en
[+/YES]
, terwijl u de
OPMERKING
Als de knop [REVERB] wordt
losgelaten, verandert het
reverbtype.
Als u de reverbdiepte verandert
door de knop [REVERB]
ingedrukt te houden, verandert u
het reverbtype dus niet door op
de knop [REVERB] te drukken.
OPMERKING
Diepte 0: geen effect
Depth 20: maximale reverbdiepte
OPMERKING
De standaardinstellingen voor de
diepte zijn voor elke voice
anders.
OPMERKING
Het standaardeffecttype (inclusief
UIT) en de diepte-instellingen zijn
voor elke voice anders.
OPMERKING
Het effecttype kan worden
gewijzigd door de knop
[EFFECT] los te laten.
Als u de diepte-instellingen
wijzigt door de knop [EFFECT]
ingedrukt te houden, verandert u
het effecttype dus niet door op de
knop [EFFECT] te drukken.
OPMERKING
Diepte 0: geen effect
Diepte 20: maximale effectdiepte
OPMERKING
De standaardinstellingen voor de
diepte zijn voor elke voice
anders.
OPMERKING
Normale instelling = AAN
OPMERKING
Diepte geen effect
Diepte 20: maximale DDE-diepte
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
