tussen de bovenste en onderste peilmar-
kering bevindt. Vul olie bij als het oliepeil
slechts tot onder de onderste markering
reikt, of tap olie af als het peil tot boven
de bovenste markering reikt.
6.
Ruim gebruikte olie op volgens de plaat-
selijk geldende voorschriften.
NOTA:
●
Voor verdere informatie over het opruimen
van gebruikte olie, raadpleeg uw Yamaha-
dealer.
●
Ververs de olie vaker wanneer u de motor
onder ongunstige omstandigheden ge-
bruikt, zoals langdurig stapvoets varen.
F4B, F5A, F6C
DWM00761
●
Tap de motorolie niet af onmiddellijk
nadat motor is afgezet. De olie is heet
en er moet voorzichtig mee omgespron-
gen worden om brandwonden te voor-
komen.
●
Zorg ervoor dat de buitenboordmotor
stevig aan de spiegel of een stabiel sta-
tief is vastgemaakt.
DCM01711
Ververs de motorolie na de eerste 20 be-
drijfsuren of na 3 maanden, en daarna om
de 100 bedrijfsuren of om het jaar. Anders
zal de motor snel verslijten.
Om te voorkomen dat er olie in het milieu te-
rechtkomt en schade berokkent, bevelen wij
ten stelligste aan gebruik te maken van een
olieverversingssysteem om de motorolie te
verversen. Als u niet over een olieverver-
singssysteem beschikt, dient u de olie af te
tappen door de olieaftapplug te verwijderen.
Wanneer u niet vertrouwd bent met de pro-
cedure voor het verversen van de motorolie,
dient u uw Yamaha-dealer te raadplegen.
1.
Zet de buitenboordmotor rechtop (niet
gekanteld). OPGELET:
buitenboordmotor
staat, is het op de oliepeilstok aange-
geven oliepeil mogelijk niet accuraat.
[DCM01862]
2.
Start de motor. Laat hem gedurende
5-10 minuten warmdraaien met het vrij-
looptoerental.
3.
Schakel de motor uit en laat hem 5-10
minuten staan.
4.
Verwijder de motorkap.
5.
Verwijder de olievuldop.
Onderhoud
Wanneer de
niet
waterpas
ZMU06766
78