10.1 Inspectie
Pompen die normaal in bedrijf zijn dienen elke 3000
bedrijfsuren te worden geïnspecteerd, of ten minste
één maal per jaar. Als het gehalte droge stof in de
verpompte vloeistof erg hoog of zanderig is, contro-
leer dan de pomp met kortere tussenpozen.
Controleer de volgende punten:
•
Stroomverbruik
Zie het typeplaatje van de pomp.
•
Oliepeil en kwaliteit
Als de pomp nieuw is of als de asafdichtingen
vervangen zijn, dan moet het oliepeil na één
week in bedrijf gecontroleerd worden.
Als de pomp gedurende een lange periode in
bedrijf is geweest, als de olie is afgetapt kort
nadat de pomp is gestopt, en als de olie grijswit
van kleur is, dan bevat deze water.
Als er meer dan 20 % extra vloeistof (water) in de
oliekamer zit, dan is de asafdichting defect.
Zie paragraaf 10.4 De asafdichting vervangen.
In elk geval dient de olie elke 3000 bedrijfsuren of
eens per jaar vervangen te worden.
Gebruik Shell Ondina 917 olie of soortgelijke olie.
Raadpleeg paragrafen 10.5 Olie verversen en
10.6 Service kits.
De tabel geeft de hoeveelheid olie in de oliekamer
aan:
Pomptype
DP en EF pompen tot
1,5 kW
DP pompen, 2,6 kW
Gebruikte olie dient in overeenstem-
ming met de lokale voorschriften te
N.B.
worden afgevoerd.
•
Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is,
en dat de kabels niet geknikt en/of afgekneld zijn.
Zie paragraaf 10.6 Service kits.
•
Pomponderdelen
Controleer de waaier, het pomphuis etc. op even-
tuele slijtage. Vervang de defecte onderdelen.
Zie paragraaf 10.6 Service kits.
•
Kogellagers
Controleer de as op geluid of op zwaar lopen
(door de as met de hand te draaien). Vervang
defecte kogellagers.
In geval van defecte kogellagers of een slecht
functionerende motor dient de pomp doorgaans
grondig te worden geïnspecteerd. Deze werk-
zaamheden dienen te worden uitgevoerd door
Grundfos of door een door Grundfos geautori-
seerde werkplaats.
Kwaliteit van de olie
in de olielamer [l]
0,17
0,42
10.2 De waaierspeling bijstellen
Zie pagina 516, 517, of 518 voor positienummers.
Ga als volgt te werk:
1. Alleen voor DP-pompen:
Verwijder de bouten (pos 188c) die de zuigkorf
(pos. 84) in plaats houden. Verwijder de zuigkorf.
2. Alle pompen:
De borgbouten losdraaien (pos. 188b).
3. Draai de stelbouten (pos. 189) los, en druk op de
slijtageplaat (pos. 162) totdat deze de waaier
raakt.
4. Draai de stelbouten zodanig vast dat de slijtage-
plaat nog steeds de waaier raakt. Draai dan alle
stelbouten ongeveer een halve keer losser.
De waaier moet nu vrij kunnen draaien
N.B.
zonder de slijtageplaat te raken.
5. Draai de borgbouten vast.
6. Draai de waaier met de hand rond om te controle-
ren dat deze de slijtageplaat niet raakt.
7. Alleen voor DP-pompen:
Bevestig de zuigkorf en draai de bouten aan
(pos. 188c).
Zie ook paragraaf 10.3 Reinigen van het pomphuis.
Afb. 12 Aangezicht pomp vanaf de
aanzuigopening
173