9. In bedrijf nemen
Waarschuwing
Voordat er aan de pomp wordt gewerkt,
dient u er zeker van te zijn dat de zeke-
ringen zijn verwijderd of dat de net-
schakelaar is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat de voedingsspanning
niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
Wees er zeker van dat alle bescher-
mende apparatuur op een juiste wijze is
aangesloten.
De pomp mag niet drooglopen.
Waarschuwing
De pomp mag niet worden gestart wan-
neer de atmosfeer in de put mogelijk
explosiegevaarlijk is.
Waarschuwing
Het openen van de klem terwijl de pomp
draait kan leiden tot persoonlijk letsel
of de dood.
9.1 Algemene opstartprocedure
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringen en controleer dat de
waaier vrij kan draaien. Draai de waaier handma-
tig.
2. Controleer de conditie van de olie in de olieka-
mer.
Zie ook hoofdstuk 10.5 Olie verversen.
3. Controleer of de bewakingen, indien gebruikt,
naar behoren werken.
4. Controleer de instelling van de open-belschake-
laars, niveauschakelaars of elektroden.
5. Open de afsluiters, indien aanwezig.
6. Laat de pomp in de vloeistof zakken, en plaats de
zekeringen.
7. Controleer dat het systeem is gevuld met vloeistof
en is ontlucht. De pomp ontlucht zichzelf.
8. Schakel de pomp in.
In geval van abnormaal geluid of vibra-
ties van de pomp, ander pomp falen of
falen van de voedingsspanning, dient u
de pomp direct uit te schakelen.
Voorzichtig
Probeer de pomp niet te herstarten tot-
dat de oorzaak gevonden is en de fout
is hersteld.
Controleer na één week in bedrijf of na vervanging
van de asafdichting de conditie van de olie in de
kamer. Zie paragraaf 10. Onderhoud en service voor
de procedure.
9.2 Bedrijfsmodi
De pompen zijn ontworpen voor onderbroken bedrijf
(S3). Bij volledige onderdompeling kunnen de pom-
pen ook continu draaien (S1).
Afb. 8
Bedrijfsniveaus
•
S3, onderbroken bedrijf
Bedrijfsmodus S3 betekent dat de pomp binnen
10 minuten gedurende 4 minuten in bedrijf moet
zijn en gedurende 6 minuten stil moet staan.
Zie afb. 9. In deze bedrijfsmodus is de pomp
gedeeltelijk ondergedompeld in de verpompte
vloeistof, d.w.z. dat het vloeistofniveau minimaal
het midden van de motor bereikt. Zie afb. 8.
P
Bedrijf
4 min.
Stop
Afb. 9
S3 bedrijf
•
S1, continu bedrijf
In deze bedrijfsmodus kan de pomp continu
draaien, zonder deze te stoppen voor koeling.
Doordat deze volledig is ondergedompeld, wordt
de pomp voldoende gekoeld door de omringende
vloeistof.
Zie afb. 8.
P
Bedrijf
Stop
Afb. 10 S1 bedrijf
S1
S3
6 min.
t
10 min.
t
171