8.1 Aansluitschema's
L
N
PE
PE
1
2
3
4
T2
˚
160
1
Afb. 5
Aansluitschema voor eenfasepompen
L1
L2 L3
PE
PE
1
2
3
4
T2
˚
170
3
Afb. 6
Aansluitschema voor driefasenpompen
8.2 CU 100 besturingskast
De CU 100 besturingskast bevat motorbeveiliging en
is beschikbaar met niveauschakelaar en kabel.
Eenfase pompen: Er moet een bedrijfscondensator
worden aangesloten op de besturingskast.
Voor de grootte van de bedrijfscondensator, zie de
tabel:
Pomptype
DP en EF
Start en stop niveaus: Het verschil in niveau tussen
start en stop kan ingesteld worden door de vrije
kabellengte aan te passen.
Lange vrije kabel = groot niveauverschil
Korte vrije kabel = klein niveauverschil.
De volgende punten moeten beiden in
N.B.
acht worden genomen.
168
5
6
T1
T3
˚
C
150
C
5
6
T1
T3
˚
C
150
C
Bedrijfscondensator
[µF]
[V]
30
450
•
Om aanzuigen van lucht en trillingen te voorko-
men, dient de stopniveauschakelaar zodanig te
zijn aangebracht, dat de pomp wordt uitgescha-
keld voordat het vloeistofniveau gedaald is tot de
bovenste rand van de klem op de pomp.
•
Installeer de startniveauschakelaar zodanig dat
de pomp wordt gestart bij het vereiste niveau;
echter, de pomp moet altijd worden gestart voor-
dat het vloeistofniveau de onderste zuigleiding
van de tank bereikt.
Waarschuwing
De CU 100 besturingskast mag niet
worden gebruikt voor Ex toepassingen.
Zie paragraaf 8.3 Pompregelaars.
Waarschuwing
De pomp mag niet drooglopen.
Er moet een extra niveauschakelaar
worden geïnstalleerd om er zeker van te
zijn dat de pomp wordt gestopt als de
niveauschakelaar voor uitschakeling
niet werkt. Zie afb. 7.
Stop de pomp wanneer het vloeistofni-
veau de bovenkant van de pomphuis-
klem bereikt.
Vlotterschakelaars die worden gebruikt
in potentieel explosiegevaarlijke omge-
vingen moeten voor deze toepassing
zijn goedgekeurd. Deze moeten wor-
den aangesloten op de Grundfos DC,
DCD of LC, LCD 108 pompregelaar via
de intrinsiekveilige barrière om een vei-
lige kring te waarborgen.
Afb. 7
Start- en stopniveaus
Alarm
Start
Stop
Aanvul-
lende stop