Waarschuwings-
Oorzaak
bericht
Daal af tot onder
U bevindt zich op meer
decoplafond.
dan 0,6 m (2 ft.) boven
het decompressieplafond.
Daal af om veilig-
U bevindt zich op meer
heidsstop te
dan 2 m (8 ft.) boven het
voltooien.
veiligheidsplafond.
Lezen dieptesens.
Het toestel heeft geen
mislukt. Beëindig
dieptesensorgegevens.
uw duik nu.
Nultijd overschr.
U hebt uw no decompres-
Decompressie nu
sion limit (NDL; geen-
vereist.
decompressielimiet) over-
schreden.
PO2 is hoog. Stijg
Uw PO2-waarde heeft de
op of schakel over
opgegeven kritieke
op lager O2-gas.
waarde overschreven.
PO2 is laag. Daal
Uw PO2-waarde is lager
af of schakel over
dan 0,18 bar.
op hoger O2-gas.
Wilt u nu veilig
Bij duiken met meerdere
overschakelen
gassen kan een gas met
naar %1?
een hoger zuurstofge-
halte nu veilig worden
ingeademd.
Veiligheidsstop
U hebt de veiligheidsstop
gewist
voltooid.
Deze duik wordt
Het toestel bevindt zich
niet opgeslagen in
nu in de zwembadduik-
het duiklogboek.
modus.
Waarschuwingen van zender
Waarschu-
Oorzaak
wingsbe-
richt
Geen
De communicatie tussen
uw gekoppelde duikcom-
puter en de zender is
gedurende 30 seconden
weggevallen.
%1 is onder
Uw tankdruk is lager dan
reservedruk.
het reservedrukniveau.
"%1" is vervangen door
de zendernaam.
%1 druk is
Uw tankdruk is lager dan
laag.
het kritische drukniveau.
"%1" is vervangen door
de zendernaam.
Duiken
Toestelactie
De huidige diepte en de
stopdiepte knipperen
rood.
Als u meer dan drie
minuten boven het
decompressieplafond
blijft, wordt de decom-
pressievergrendeling
ingeschakeld.
De huidige diepte en de
stopdiepte knipperen
geel.
Gebruik een back-
upduikcomputer of
duikplan en beëindig uw
duik. Bel Garmin
Product Support.
Geen
Uw PO2-waarde
knippert rood.
De waarschuwing
verschijnt om de 30
seconden, maximaal
drie keer, tot u naar een
veiliger niveau stijgt of
van gas wisselt.
Tijdens de eerste twee
minuten van uw duik,
knippert uw PO2-
waarde geel. Anders
knippert uw PO2-
waarde rood.
De waarschuwing
verschijnt om de 30
seconden, maximaal
drie keer, tot u naar een
veiliger niveau afdaalt
of van gas wisselt.
U kunt nu van gas
wisselen of wachten om
later in de duik van gas
te wisselen.
Geen
Het toestel slaat de
huidige duik niet op in
het duiklogboek.
Toestelactie
De waarde van de tankdruk
knippert geel.
De waarde van de tankdruk
wordt geel.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschu-
wingssignaal horen.
De waarde van de tankdruk
knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschu-
wingssignaal horen.
Waarschu-
Oorzaak
wingsbe-
richt
%1 heeft
Er is nog minder dan 20
een bijna
uur duiktijd over. "%1" is
lege batterij.
vervangen door de
zendernaam.
GEEN
De communicatie tussen
COMMS
uw gekoppelde duikcom-
puter en de zender is
gedurende 60 seconden
weggevallen.
Verloren zenderwaarschuwingen inschakelen
Uw gekoppelde duikcomputer kan de communicatie met de
zender verliezen wanneer de zender buiten het bereik is,
wanneer het signaal van de zender wordt geblokkeerd door uw
lichaam of dat van een andere duiker, en wanneer de batterij
van de zender leeg raakt. U kunt een waarschuwing inschakelen
die u meldt wanneer de communicatie tussen uw gekoppelde
duikcomputer en de zender gedurende 60 seconden is
weggevallen.
1
Houd MENU ingedrukt op de gekoppelde duikcomputer.
2
Selecteer Duikinstellingen > Luchtintegratie >
Connectiewaarschuwing.
Duikterminologie
Resterende luchttijd (ATR): De tijd die u op de huidige diepte
kunt blijven tot een stijging van 9 m/min. (30 ft./min.) zou
resulteren in een stijging met de reservedruk.
Centraal zenuwstelsel (CNS): Een maat voor de
zuurstoftoxiciteit van het centrale zenuwstelsel als gevolg van
blootstelling aan een verhoogde partiële zuurstofdruk (PO2)
tijdens het duiken.
Closed-Circuit Rebreather (CCR): Een duikmodus voor duiken
die worden uitgevoerd met een herontluchter, die uitgeademd
gas opnieuw circuleert en kooldioxide verwijdert.
Maximale werkingsdiepte (MOD): De grootste diepte waarop
een ademgas kan worden gebruikt voordat de partiële
zuurstofdruk (PO2) de veilige grens overschrijdt.
Geen decompressiegrens (NDL): Een duik waarbij geen
decompressietijd nodig is bij het naderen van het oppervlak.
Eenheden voor zuurstoftoxiciteit (OTU): Een maat voor
pulmonale zuurstoftoxiciteit die wordt veroorzaakt door
blootstelling aan een verhoogde partiële zuurstofdruk (PO2)
tijdens het duiken. Eén OTU is gelijk aan het inademen van
100% zuurstof bij 1 ATM gedurende 1 minuut.
Partiële druk van zuurstof (PO2): De druk van de zuurstof in
het beademingsgas, gebaseerd op de diepte en het
zuurstofpercentage.
Luchtverbruik op drukbasis (PSAC): De drukverandering in
de loop van de tijd, genormaliseerd tot 1 ATM.
Respiratoir minuutvolume (RMV): De verandering in
gasvolume bij omgevingsdruk in de loop van de tijd.
Oppervlakte-interval (SI): De tijd die is verstreken sinds de
laatste duik.
Tijd tot oppervlak (TTS): De geschatte tijd die nodig is om op
het oppervlak te komen, inclusief decompressie en
veiligheidsstops.
Toestelactie
De zendernaam knippert BATT
BIJNA LG wanneer de batterij
bijna leeg is.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en laat een waarschu-
wingssignaal horen.
De zendernaam knippert
GEEN COMMS, de stippel-
lijnen vervangen de tankdruk-
waarde en de tankdrukwaarde
knippert rood.
De gekoppelde duikcomputer
trilt en geeft een waarschu-
wingssignaal als verbindings-
waarschuwingen zijn inge-
schakeld.
13