Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Audio-instellingen
Leg uw eigen geluidsinstellingen vast.
[EASY EQ]
• De instellingen worden opgeslagen naar [USER] in [PRESET EQ].
• De gemaakte instellingen hebben mogelijk invloed op de huidige instellingen
voor [PRO EQ].
[SUB.W SP]*1*2:
[SUB.W]*1*3:
[BASS]:
[MID]:
[TRE]:
[PRO EQ]
Past uw eigen geluidsinstellingen voor elke bron aan.
• De instellingen worden opgeslagen naar [USER] in [PRESET EQ].
• De gemaakte instellingen hebben mogelijk invloed op de huidige instellingen
voor [EASY EQ].
[62.5HZ]
[LEVEL –09] tot [LEVEL +09] ([LEVEL 00]): Instellen van het vast te leggen niveau voor iedere bron.
(Kies alvorens de instelling te maken eerst de gewenste bron.)
[ON]: Activeren van verlengde lage tonen. ; [OFF]: Geannuleerd.
[100HZ]/[160HZ]/[250HZ]/[400HZ]/[630HZ]/[1KHZ]/[1.6KHZ]/[2.5KHZ]/[4KHZ]/[6.3KHZ]/
[10KHZ]/[16KHZ]
[LEVEL –09] tot [LEVEL +09] ([LEVEL 00]): Instellen van het vast te leggen niveau voor iedere bron.
(Kies alvorens de instelling te maken eerst de gewenste bron.)
[Q FACTOR]
[1.35]/[1.50]/[2.00]: Stel de kwaliteitsfactor in.
[AUDIO CONTROL]
[LEVEL +01] tot [LEVEL +05]: Kiezen van het gewenste versterkingsniveau voor
[BASS BOOST]
de lage tonen. ; [OFF]: Geannuleerd.
[LOUDNESS]
[LEVEL 01]/[LEVEL 02]: Versterkt de lage en hoge frequenties voor een goed-
gebalanceerd geluid bij een laag volumeniveau. ; [OFF]: Geannuleerd.
26
NEDERLANDS
[00] tot [+06]
(Basisinstelling: [+03]
[–50] tot [+10]
[LVL–09] tot [LVL+09]
[LVL–09] tot [LVL+09]
[LVL–09] tot [LVL+09]
[SUB.W LEVEL]*1
[00]
[LVL 00]
[LVL 00]
[LVL 00])
[SUBWOOFER
SET]*3
[FADER]
[BALANCE]*4
[VOLUME ADJUST]
[AMP GAIN]
[SPK/PRE OUT]
[SPEAKER SIZE]
[X ' OVER]
*1, *2, *3, *4: (zie pagina 27)
(Niet van toepassing indien 3-weg crossover is gekozen.)
[SPK-OUT]*2
[SUB.W 00] tot [SUB.W +06] ([SUB.W +03]): Stelt
het uitgangsniveau in van de subwoofer die met een
luidsprekerdraad is verbonden. (Pagina 42, 43)
[PRE-OUT]*3
[SUB.W –50] tot [SUB.W +10] ([SUB.W 00]): Stelt het
uitgangsniveau in van de subwoofer die via een externe
versterker met de lijnuitgangsaansluitingen (SW of
REAR/SW) is verbonden. (Pagina 42, 43)
[ON]: Activeren van de subwooferuitgang. ; [OFF]: Geannuleerd.
(Niet van toepassing indien 3-weg crossover is gekozen.)
[POSITION R15] tot [POSITION F15] ([POSITION 00]): Instellen van de
weergavebalans tussen de voor- en achterluidspreker.
[POSITION L15] tot [POSITION R15] ([POSITION 00]): Instellen van het
weergavebalans tussen de linker- en rechterluidspreker.
[LEVEL –15] tot [LEVEL +06] ([LEVEL 00]): Stelt het initiële volumeniveau van
elke bron van te voren in door te vergelijken met het FM-volumeniveau.
(Kies alvorens de instelling te maken eerst de gewenste bron.)
[LOW POWER]: Beperken van het maximale volumeniveau tot 25. (Kies
indien het maximale vermogen van iedere luidspreker minder dan 50 W
is ter bescherming van de luidsprekers.) ; [HIGH POWER]: Het maximale
volumeniveau is 35.
(Niet van toepassing indien 3-weg crossover is gekozen.)
Kies in overeenstemming met de gemaakte luidsprekerverbinding de juiste
instelling voor de gewenste weergave. (Zie "Luidsprekeruitgangsinstellingen" op
pagina 27.)
Afhankelijk van het gekozen type voor crossover (zie [X ' OVER TYPE] op
pagina 27), verschijnen de 2-weg crossover of 3-weg crossover instelbare
onderdelen. (Zie "Crossover-instellingen" op pagina 28.)
2-weg crossover is de standaardinstelling.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
