OPMERKING
Om de aardingsdraad aan te sluiten moet hij door de
uitsparing van de sluitring lopen. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
Meerdere buitenunits
Om de voeding voor meerdere buitenunits aan elkaar te verbinden,
moeten ringankertongen worden gebruikt. Blote kabels mogen niet
worden gebruikt.
In dat geval moet de standaard geïnstalleerde vulring worden
verwijderd.
Bevestig beide kabels aan de voedingsaansluitklem zoals hieronder
afgebeeld:
L1 L2 L3 N
17.9
Externe outputs aansluiten
SVS- en SVEO-output
De SVS- en SVEO-outputs zijn contacten op klem X2M.
De SVS-output is een contact op de klem X2M dat sluit wanneer een
lek, een storing of het loskomen van de R32-sensor (in de SV-unit of
binnenunit) wordt gedetecteerd.
De SVEO-output is een contact op klem X2M dat wordt gesloten in
het
geval
van
een
algemene
Overzicht" [ 4 15] en
"22.1.1 Foutcodes:
die deze output activeren.
Vereisten aansluiting output buitenunit
Spanning
220~240 V
Maximumstroom
0,5 A
Draaddikte
Gebruik alleen geharmoniseerde bedrading
met dubbele isolatie en geschikt voor de
toepasselijke spanning.
2-aderige kabel
Minimum kabeldikte van 0,75 mm²
OPMERKING
Gebruik de outputs NIET als voedingsbron, maar gebruik
elke output als voeding voor een relais dat het externe
circuit aanstuurt.
WHT
BLK GRY PPL
X2M
SVEO
SVS
c
a
b
a
SVEO-outputklemmen (1 en 2)
b
SVS-outputklemmen (1 en 2)
c
Kabel naar SVS-outputapparaat (voorbeeld)
Voorbeeld:
X2M
1
b
2
(SVS)
a
a
SVS-outputklem
b
Relais
c
Wisselstroomvoeding (220~240 V AC)
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P739915-1 – 2023.12
fout.
Zie
"8.1 Foutcodes:
Overzicht" [ 4 57] voor fouten
c
d
d
Extern alarm
Routering kabels
Leg de SVEO- of SVS-outputkabel zoals hieronder afgebeeld.
5~12 HP
a
Outputkabel (SVEO of SVS) (lokaal te voorzien)
b
Kabelbinder (accessoire)
Alternatieve routering
INFORMATIE
Geluidsdata over het koelmiddellekalarm zijn beschikbaar
in de technische datasheet van de gebruikersinterface.
BRC1H52*-afstandsbedieningen kunnen bijvoorbeeld een
alarm van 65 dB produceren (geluidsdruk, gemeten op
1 meter van het alarm).
17.10 De isolatieweerstand van de
compressor controleren
OPMERKING
Als er zich na de installatie koelmiddel in de compressor
ophoopt, kan de isolatieweerstand over de polen dalen,
maar als die minstens 1 MΩ bedraagt, dan zal de unit niet
defect raken.
▪ Gebruik een 500 V mega-meter om de isolatie te
meten.
▪ Gebruik GEEN mega-meter voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als
≥1 MΩ
Isolatieweerstand is OK. Deze procedure is voltooid.
<1 MΩ
Isolatieweerstand is niet OK. Ga verder met de
volgende stap.
2 Schakel de voeding IN en laat ze 6 uur aan.
Resultaat: De compressor warmt op en verdampt alle
koelmiddel in de compressor.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.
18
Configuratie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18 Configuratie
14~20 HP
b
b
b
a
b
Dan
47