6 Werking
6.2.3
Over verwarmen
Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt
voor algemeen verwarmen dan voor koelen.
De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
Ontdooien
Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde batterij van de
buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie kan
worden overgebracht naar de batterij van de buitenunit. De
verwarmingscapaciteit neemt af en het systeem moet ontdooien om
het ijs van de batterij van de buitenunit te kunnen verwijderen.
Tijdens het ontdooien neemt de verwarmingscapaciteit aan de
binnenunitzijde tijdelijk af tot het ontdooien beëindigd is. Na het
ontdooien krijgt de unit weer haar volledige verwarmingscapaciteit.
Wanneer
Modellen voor
Tijdens het ontdooien blijft de binnenunit op
meervoudig gebruik
een lager peil verder verwarmen. Dit
(continu verwarmen)
verzekert u van een aangenaam
comfortniveau binnen.
Model voor
De ventilator van de binnenunit wordt
enkelvoudig gebruik
stilgelegd, de koelmiddelcyclus wordt
(niet-continu
omgekeerd en energie van in het gebouw
verwarmen)
wordt gebruikt om de batterij van de
buitenunit te ontdooien.
De ontdooistand wordt aangegeven met
binnenunit.
Warme start
Om te voorkomen dat bij het begin van verwarmen koude lucht uit
een
binnenunit
wordt
geblazen,
automatisch stilgelegd. Op het display van de gebruikersinterface
wordt
aangegeven. Het kan even duren voordat de ventilator
begint te werken. Dit is echter geen storing.
6.2.4
Gebruik van het systeem (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
1 Druk meermaals op de keuzeknop voor de bedrijfsstand op de
gebruikersinterface en selecteer de gewenste bedrijfsstand.
Koelen
Verwarmen
Alleen ventileren
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
6.2.5
Gebruik van het systeem (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening
a
KEUZESCHAKELAAR ALLEEN
a
VENTILEREN/AIRCONDITIONING
Stel de schakelaar in op
ventileren of op
verwarmen.
b KEUZESCHAKELAAR KOELEN/
VERWARMEN
b
Stel de schakelaar in op
of op
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
Dan
op het display van de
wordt
de
binnenventilator
voor alleen
voor koelen of
voor koelen
voor verwarmen
Opmerking: Wanneer een afstandsbedieningsschakelaar koelen/
verwarmen wordt gebruikt, moet DIP-schakelaar 1 (DS1-1) op de
hoofdprintplaat op ON staan.
Starten
1 Selecteer als volgt de bedrijfsstand met de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen op de afstandsbediening:
Koelen
Verwarmen
1 1
1
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
Instellen
Zie de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface voor informatie
over het programmeren van temperatuur, ventilatorsnelheid en
luchtstroomrichting.
6.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
6.3.1
Over het ontvochtigingsprogramma
▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te
verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling
(minimale kamerkoeling).
▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de
ventilatorsnelheid
(kan
niet
gebruikersinterface).
▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur
(<20°C).
6.3.2
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Alleen ventileren
1 1
1
1
1
worden
ingesteld
met
(ontvochtigen).
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P739915-1 – 2023.12
de