Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de
geselecteerde buitenunit. Dit wordt in deze montagehandleiding
aangegeven. Sommige functies zijn exclusief voor bepaalde
modellen.
Deze
units
zijn
bedoeld
voor
warmtepomptoepassingen, waaronder lucht/luchttoepassingen.
De verwarmingscapaciteit van deze units (bij enkelvoudig gebruik)
gaat van 25 tot 63 kW en de koelcapaciteit van 22,4 tot 56 kW. Bij
combinatie van meerdere units kan de verwarmingscapaciteit gaan
tot 56 kW en tot 62,5 kW voor koelen.
De buitenunit is ontworpen voor gebruik bij de volgende
omgevingstemperaturen:
▪ in de verwarmingsstand van –20°C natte bol tot 15,5°C natte bol
▪ in de koelstand van –5°C droge bol tot 46°C droge bol
12.2
Systeemlay-out
WAARSCHUWING
De installatie MOET voldoen aan de vereisten die gelden
voor deze R32-apparatuur. Zie
R32-units" [ 4 19] voor meer informatie.
OPMERKING
Het is NIET toegestaan om technische ruimtes te koelen,
zoals serverruimtes en datacenters, waar het hele jaar
door gekoeld moet worden.
INFORMATIE
De volgende afbeelding is slechts een voorbeeld en komt
mogelijk NIET volledig overeen met de lay-out van uw
systeem.
a
b
j
c
h
e
d
g
e
i
a
Warmtepompbuitenunit
b
Veiligheidsklepunit (SV)
c
VRV binnenunit met directe expansie (DX)
d
VRV-binnenunit met directe expansie (DX) (rechtstreekse
aansluiting van buitenunit op binnenunit)
e
Afstandsbediening in normale stand
f
Afstandsbediening in stand alleen alarm
g
Afstandsbediening in supervisor-stand (verplicht in
sommige situaties)
h
Gecentraliseerde controller (optioneel)
i
Optie-printplaat (optie)
j
Schakelaar op afstand om te schakelen tussen
verwarmen en koelen (optioneel)
Koelmiddelleiding
Bedrading tussen units en bedrading gebruikersinterface
Rechtstreekse aansluiting van binnenunits op de
buitenunit
13
Speciale vereisten voor R32-
units
13.1
Vereisten voor de installatieruimte
WAARSCHUWING
Als het toestel R32-koelmiddel bevat, dan moet de
vloeroppervlakte van de kamer waarin het toestel is
geïnstalleerd, minstens 956 m² bedragen.
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P739915-1 – 2023.12
installatie
buitenshuis
voor
"13 Speciale vereisten voor
c
c
e
e
f
i
i
13 Speciale vereisten voor R32-units
OPMERKING
▪ De leidingen moeten stevig worden gemonteerd en
beschermd tegen fysieke schade.
▪ Beperk de installatie van het leidingwerk tot een
minimum.
13.2
Vereisten systeemlay-out
De VRV 5 gebruikt R32-koelmiddel, dat als A2L geclassificeerd staat
en weinig ontvlambaar is.
Om te voldoen aan de vereisten voor koelsystemen met verhoogde
dichtheid van IEC 60335-2-40, is dit systeem uitgerust met een
alarm in de afstandsbediening en afsluiters in de SV-unit. Beide
veiligheidsmaatregelen zijn specifiek voor de installatie en kunnen
worden bepaald aan de hand van de vereisten in deze handleiding.
De SV-unit is voorzien voor een geventileerde omkasting als
tegenmaatregel. Als aan de vereisten van deze handleiding is
voldaan, zijn geen extra veiligheidsmaatregelen vereist.
De standaard in het systeem toegepaste tegenmaatregelen maken
een groot aantal combinaties van hoeveelheid koelmiddel en
oppervlakte van de kamer mogelijk.
Houd rekening met de onderstaande vereisten voor installatie om
ervoor te zorgen dat het volledige systeem voldoet aan de
wetgeving.
Installatie buitenunit
De buitenunit moet buiten worden geïnstalleerd. Voor een installatie
van de buitenunit binnenshuis kunnen extra maatregelen vereist zijn
om te voldoen aan de geldende wetgeving.
In de buitenunit is een klem voor externe output voorzien. Deze
SVS-output kan worden gebruikt wanneer extra tegenmaatregelen
vereist zijn. De SVS-output is een contact op de klem X2M dat sluit
wanneer een lek, een storing of het loskomen van de R32-sensor (in
de binnenunit of SV-unit) wordt gedetecteerd.
Voor meer informatie over de SVS-output, zie
aansluiten" [ 4 47].
Installatie binnenunit
OPMERKING
i
Als één of meerdere kamers via een kanaalsysteem
verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat de
in- EN uitlaat rechtstreeks op dezelfde kamer zijn
aangesloten via kanalen. Gebruik GEEN ruimten zoals een
vals plafond als kanaal voor de luchtinlaat of -uitlaat.
Raadpleeg voor de installatie van de binnenunit de montage- en
gebruikshandleiding die bij de binnenunit wordt geleverd. Zie de
nieuwste versie van het technical data book van deze unit voor de
compatibiliteit van binnenunits.
Afhankelijk van de kameroppervlakte waarin de binnenunit is
geïnstalleerd en de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem,
zijn andere veiligheidsmaatregelen vereist voor binnenunits. Zie
"13.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen
Een optionele output-printplaat voor de binnenunit kan worden
geïnstalleerd om een output voor een extern toestel te bieden. De
output-printplaat stuurt een signaal wanneer een lek is gedetecteerd,
de R32-sensor defect is of wanneer de sensor is losgekoppeld. Voor
de exacte modelnaam, zie de optielijst van de binnenunit. Voor meer
informatie over deze optie, zie de montagehandleiding van de
optionele output-printplaat.
"17.9 Externe outputs
bepalen" [ 4 21].
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
19