OPMERKING
Voor latere wijzigingen of uitbreidingen van uw systeem:
Een volledig overzicht van toegelaten combinaties (voor
latere systeemuitbreiding) vindt u in de technische data en
moet worden geraadpleegd. Neem contact op met uw
installateur voor meer informatie en professioneel advies.
OPMERKING
Het is NIET toegestaan om technische ruimtes te koelen,
zoals serverruimtes en datacenters, waar het hele jaar
door gekoeld moet worden.
4.1
Systeemlay-out
Uw buitenunit van de VRV 5-warmtepompreeks kan één van de
volgende modellen zijn:
Model
RXYA8~12
Warmtepompmodel, voor enkelvoudig of
meervoudig gebruik
RXYA14~20
Warmtepompmodel, voor enkelvoudig
gebruik (autonome unit)
RYMA5
Warmtepompmodel, alleen voor
meervoudig gebruik en alleen voor
standaardcombinaties
Welke functies beschikbaar zijn, hangt af van het type van de
geselecteerde
buitenunit.
In
aangegeven wanneer een functie alleen bij bepaalde modellen
voorkomt.
INFORMATIE
De volgende afbeelding is slechts een voorbeeld en komt
mogelijk NIET volledig overeen met de lay-out van uw
systeem.
a
b
j
c
h
e
d
g
e
i
a
Warmtepompbuitenunit
b
Veiligheidsklepunit (SV)
c
VRV binnenunit met directe expansie (DX)
d
VRV-binnenunit met directe expansie (DX) (rechtstreekse
aansluiting van buitenunit op binnenunit)
e
Afstandsbediening in normale stand
f
Afstandsbediening in stand alleen alarm
g
Afstandsbediening in supervisor-stand (verplicht in
sommige situaties)
h
Gecentraliseerde controller (optioneel)
i
Optie-printplaat (optie)
j
Schakelaar op afstand om te schakelen tussen
verwarmen en koelen (optioneel)
Koelmiddelleiding
Bedrading tussen units en bedrading gebruikersinterface
Rechtstreekse aansluiting van binnenunits op de
buitenunit
5
Gebruikersinterface
VOORZICHTIG
▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan.
▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen
in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen
met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor controle en afstelling van de interne delen.
RYMA5+RXYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmtepomp
4P739915-1 – 2023.12
Beschrijving
deze
gebruiksaanwijzing
staat
c
c
e
e
f
i
i
Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de
belangrijkste functies van het systeem.
Gedetailleerde informatie over de vereiste stappen voor bepaalde
functies
vindt
u
in
gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
Raadpleeg
de
gebruiksaanwijzing
gebruikersinterface.
6
Werking
6.1
Werkingsbereik
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltebereiken om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de
unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten deze
limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd worden, waardoor
de unit mogelijk niet functioneert.
Het bovenstaande werkingsbereik geldt alleen wanneer binnenunits
met directe expansie op het VRV 5-systeem zijn aangesloten.
Voor AHU-units gelden speciale waarden voor het werkingsbereik.
Zie hiervoor de montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van de
specifieke unit. Zie de technische data voor de recentste informatie.
6.2
Gebruik van het systeem
6.2.1
Over het gebruik van het systeem
▪ De bedieningsprocedure hangt af van de combinatie van
i
buitenunit en gebruikersinterface.
▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de
unit te beschermen.
▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld,
wordt de unit automatisch herstart zodra de voeding weer wordt
ingeschakeld.
6.2.2
Over koelen, verwarmen, alleen ventileren
en automatische werking
▪ Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de
gebruikersinterface
besturing"
staat
gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface).
▪ Als het scherm
besturing"
knippert,
instellen" [ 4 13].
gebruikersinterface
▪ De ventilator kan mogelijk nog ongeveer 1 minuut blijven draaien
nadat het verwarmen is beëindigd.
▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is
echter geen storing.
5 Gebruikersinterface
de
specifieke
montagehandleiding
van
de
geïnstalleerde
Koelen
Verwarmen
–5~46°C droge bol
–20~20°C droge
bol
–20~15,5°C natte
bol
21~32°C droge bol
15~27°C droge bol
14~25°C natte bol
(a)
≤80%
"omschakeling onder gecentraliseerde
(zie
de
montagehandleiding
"omschakeling onder gecentraliseerde
raadpleeg
dan
"6.5.1 Over
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
en
en
master-
11