Aanvullende informatie
Opnemen/afspelen
Probleem
De toetsen werken niet.
Op het scherm verschijnen
abnormale karakters. De camcorder
werkt niet naar behoren.
brandt in rood.
De draadloze afstandsbediening
werkt niet.
Op het scherm verschijnt videoruis.
Op het TV-scherm verschijnt
videoruis.
De camcorder trilt.
Af en toe is de schijf hoorbaar als
deze is geactiveerd.
• Na lang gebruik van de camcorder
wordt deze heet.
•
brandt in rood.
De volgende functies duren langer
dan normaal.
• Scènes verwijderen
• Wisselen tussen de stand
en
• Pauzeren tijdens een opname
• De laatst opgenomen scène bekijken
Maken
Probleem
knippert in rood op het scherm.
Op het scherm verschijnen
horizontale strepen.
Als een onderwerp snel voorbij de
lens flitst, wordt het beeld enigszins
verbogen weergegeven.
Het beeld verschijnt niet op het
scherm.
90
Schakel de camcorder in.
Ontkoppel de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan. Indien het
probleem aanhoudt, ontkoppel dan de stroombron en druk met een puntig
voorwerp de RESET-toets in. Door op de RESET-toets te drukken, worden
alle instellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op.
Zet [WL.REMOTE/AFSTANDSBEDIENING] op [ON/AAN].
Vervang de batterij van de draadloze afstandsbediening.
Als u de camcorder dicht in de buurt van apparaten gebruikt die sterke
elektromagnetische velden uitzenden (plasma-TV's, gsm's, etc.), zorg dan
voor voldoende afstand tussen de camcorder en deze apparaten.
Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan
tussen de camcorder en het netsnoer en de antennekabels van de TV
voldoende afstand aan.
Afhankelijk van de staat van de harde schijf kan de camcorder af en toe
trillen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
De harde schijf wordt van tijd tot tijd geactiveerd. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat
deze een tijdje afkoelen voordat u deze weer in gebruik neemt.
Sommige functies kunnen langer duren dan normaal als de harde schijf
een groot aantal scènes bevat. Maak een backup van uw opnamen en
initialiseer de harde schijf.
Er is een storing in de camcorder opgetreden. Neem contact op met een
Canon Service Center.
Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors als
u opnamen maakt onder sommige TL-lampen, kwiklampen of
natriumlampen. Zet de programmakeuzeschakelaar op AUTO om dit effect
te reduceren. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors.
Als een onderwerp zeer snel de lens passeert, ziet het beeld er enigszins
gekromd uit. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Zet de camcorder in de stand
Oplossing
Oplossing
.
–
–
18
46
19
–
–
–
–
–
37
61
–
–
–
29