Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 130
aanzetten ............................... 130
Service .................................... 130
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtdebiet
● luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 31.
Verwarmde stoelen ß 3 39.
Verwarmd stuurwiel * 3 75.
Klimaatregeling
Temperatuur
Rood : warm
Blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila-
torknop in de gewenste stand te
zetten.
Luchtverdeling
M : naar de hoofdruimte
L : naar de hoofd- en voetenruimte
K : naar de voetenruimte en voor-
ruit
J : naar de voorruit, de voorste
zijruiten en de voetenruimte
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
121