106
Instrumenten en bedieningsorganen
● Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr.:
Activeert of deactiveert de instap‐
verlichting.
Duur tijdens uitstappen:
Activeert of deactiveert de
uitstapverlichting en wijzigt de
duur ervan.
● Portiervergrendeling
Automatische portiervergr.: Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portiervergrendelingsfunc‐
tie na inschakelen van het
contact.
Geen vergr. bij portier open: Acti‐
veert of deactiveert de portierver‐
grendelingsfunctie wanneer een
portier openstaat.
Vertr. Portiervergrendeling: Acti‐
veert of deactiveert de
vertraagde portiervergrende‐
lingsfunctie. Deze menuoptie
wordt weergegeven met Geen
vergr. bij portier open gedeacti‐
veerd. Centrale vergrendeling
3 22.
● Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand:
Activeert of deactiveert het
alarmknipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Passieve portierontgr.: Wijzigt de
configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Autom. Portiervergrendeling:
Activeert of deactiveert de auto‐
matische hervergrendeling na
het ontgrendelen zonder de auto
te openen.
● Fabrieksinstellingen herstellen:
Stelt alle functies opnieuw in op
de standaardinstellingen.
Persoonlijke instellingen
Colour-Info-Display
Druk op ;, selecteer Instellingen en
vervolgens Auto op het aanraak‐
scherm.
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Auto
● Klimaat en luchtkwaliteit
Auto. max. ventilatorsnelheid:
Modificeert de cabinelucht‐
stroom van de klimaatregeling in
de automatische modus.
Automatisch verwarmde stoelen:
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming:
Ondersteunt het ontvochtigen
van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste