1. Voorste steunstang
2. Borgmoer
5. Hef het maaidek en de ophangbeugels op van de
achterste hefstang en laat het maaidek voorzichtig
neer op de grond (Figuur 56).
2
2
1
1. Maaidek
2. Ophangbeugel
6. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem
van het maaidek te verwijderen van de motorpoelie.
7. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere
montage.
Figuur 55
3. R-pen en gaffelpen
2
2
3
3
G005077
Figuur 56
3. Achterste hefstang
Onderhoud drijfriem van
maaidek
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—De
riemen op slijtage/scheurtjes
controleren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Aandrijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen
tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken
en scheuren. Neem contact op met een erkende
servicedealer om de riem te vervangen als u een van de
bovenstaande tekenen opmerkt.
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Schuif het maaidek onder de machine.
4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
5. Hef de achterkant van het maaidek op en leid
de ophangbeugels over de achterste hefstang
(Figuur 56).
6. Bevestig de voorste steunstang aan het maaidek met
de gaffelpen en de R-pen (Figuur 55).
7. Monteer de drijfriem van het maaidek op de
motorpoelie; zie Drijfriem van maaidek vervangen.
Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de grasgeleider
op schade.
41