Accu monteren
1. Plaats de accu in een bak met de accupolen gericht
naar de bedrijfstand (Figuur 39).
2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+)
van de accu met de bevestigingen die u eerder hebt
verwijderd.
3. Bevestig de minkabel aan de minpool (-) van de accu
met de bevestigingen die u eerder hebt verwijderd.
4. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
5. Zet de accu vast met de bevestigingsband (Figuur 39).
6. Plaats het linkerpaneel. Zie Toegang tot de accu in
Procedures voorafgaande aan het onderhoud voor
instructies.
Onderhoud van de zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of
circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Zekering:
• Hoofdleiding F1 – 30 A, steekzekering
• Laadcircuit F2 – 25 A, steekzekering
1. Verwijder de vier schroeven waarmee het
bedieningspaneel is bevestigd. Bewaar alle
bevestigingen
2. Breng het bedieningspaneel omhoog om toegang
te krijgen tot de hoofdkabelboom en het
zekeringenblok (Figuur 41).
3. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering
omhoog (Figuur 41).
2
Figuur 41
1. Hoofdleiding – 30 A
1
g012173
2. Laadcircuit – 25 A
4. Plaats het bedieningspaneel terug op zijn plaats.
Gebruik de vier schroeven die u eerder hebt
verwijderd om het paneel weer te bevestigen.
35