Maaidek horizontaal stellen
Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens
wanneer u de maaier installeert of wanneer u een
ongelijke maaiplek in uw gras ziet.
Het maaidek moet op gebogen messen worden
gecontroleerd voorafgaand aan het horizontaal brengen;
eventuele gebogen messen moeten worden verwijderd
en vervangen. Zie de procedure Controleren op
gebogen messen voordat u verdergaat.
Het maaidek moet eerst aan beide zijden horizontaal
staan en daarna kan de helling van voor naar achteren
worden ingesteld.
Eisen:
• De machine moet op een egaal vlak staan.
• Alle vier de banden moeten goed worden
opgepompt. Zie Controleren van de banddruk in
het onderdeel Aandrijfsysteemonderhoud
Horizontaal brengen van kant naar kant
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Zet de maaihoogtehendel in de middelste stand.
4. Draai voorzichtig de messen zodat ze zij aan zij staan
(Figuur 51.
2
3
4
1. Maaimessen evenwijdig
2. Wiek van het mes
5. Meet de afstand tussen de buitenste snijranden
en de vlakke ondergrond (Figuur 51). Als beide
afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden
bijgesteld; ga verder met de rest van deze procedure.
G005278
1
Figuur 51
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
6. Ga naar de linkerkant van de machine. Draai de
achterste borgmoer op de ophangbeugel los, maar
verwijder deze niet (Figuur 52).
7. Draai de borgmoer aan de zijkant op de
ophangbeugel los genoeg om de excentrische plaat
te kunnen verstellen (Figuur 52). Gebruik een
dopsleutel met een 3/8 inch dop om de excentrische
plaat te verstellen. Gebruik de sleutel om de hoogte
van het maaidek in te stellen en dit op de gewenste
hoogte te zetten.
8. Houd het maaidek op de ingestelde stand en draai de
borgmoer aan de zijkant op de ophangbeugel vast
om het maaidek in de nieuwe stand vast te zetten
(Figuur 52). Draai de achterste borgmoer op de
ophangbeugel los.
9. Ga verder met horizontaal stellen van het maaidek
door de schuinstand te controleren; zie Schuinstand
van het maaidek (lengterichting) instellen.
6
3
2
1. Ophangbeugel
4
2. Achterste borgmoer
3. Borgmoer aan de zijkant
Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) instellen
Controleer de schuinstand van het maaidek telkens
wanneer u dit monteert. Als de voorkant van het
maaidek meer dan 7,9 mm lager staat dan de achterkant,
stelt u de schuinstand als volgt in:
39
4
3
3
5
G005074
Figuur 52
4. Excentrische verstelplaat
5. Opening voor dopsleutel
6. Dopsleutel met 3/8 inch
dop
1
2