Gevaren door
net- en lasstroom
(vervolg)
Zwerfstromen
ud_fr_st_sv_01523
012008
Laat de net- en apparaatkabels regelmatig door een elektromonteur controle-
ren op een juiste werking van de randaardeleiding.
Sluit het apparaat alleen aan op een wandcontactdoos met randaardecontact
dat deel uitmaakt van een geaard net.
Wordt het apparaat op een net zonder randaarde en een wandcontactdoos
zonder randaardecontact aangesloten, dan geldt dit als ernstig nalatig. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.
Zorg, indien noodzakelijk, met hiertoe geschikte middelen voor voldoende
aarding van het werkstuk.
Schakel niet-gebruikte apparaten uit.
Draag bij werkzaamheden op hoogte een valbeschermingsuitrusting.
Voor u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert, moet u het apparaat
uitschakelen en de netstekker uit de wandcontactdoos halen.
Plaats een duidelijk leesbaar en begrijpelijk waarschuwingsbord om te
voorkomen dat de netstekker opnieuw in de wandcontactdoos wordt gesto-
ken en het apparaat weer wordt ingeschakeld.
Na het openen van het apparaat:
-
alle onderdelen die elektrisch geladen zijn, ontladen;
-
controleren of alle componenten van het apparaat stroomloos zijn.
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren aan spanningvoerende delen, werk
dan samen met een tweede persoon, die de hoofdschakelaar bijtijds kan
uitschakelen.
Als onderstaande aanwijzingen niet worden opgevolgd, ontstaan er mogelijk
zwerfstromen. Deze kunnen het volgende veroorzaken:
-
brand;
-
oververhitting van onderdelen die in contact staan met het werkstuk;
-
beschadiging van randaardeleidingen;
-
beschadiging van het apparaat en andere elektrische installaties.
Zorg voor een stevige verbinding tussen de werkstukklem en het werkstuk.
Bevestig de werkstukklem zo dicht mogelijk bij de plaats waar u gaat lassen.
Zorg bij een elektrisch geleidende ondergrond voor voldoende isolatie tussen
de ondergrond en het apparaat.
Houd bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz.
rekening met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/
elektrodenhouder is spanningvoerend.
leerde opslagpositie voor de niet-gebruikte lastoorts/elektrodenhouder.
Bij geautomatiseerde MIG/MAG-toepassingen moet de elektrode goed
geïsoleerd van de lasdraadhouder, grote spoel of draadspoel naar de draadt-
oevoer worden geleid.
VI
Zorg voor een voldoende geïso-