Nederlands
Voorbereiding voor hernieuwd gebruik van het apparaat
Patiëntspecifieke accessoires en verbruiksartikelen monteren en aansluiten
WAARSCHUWING
Risico door deeltjes en stof
Om de patiënt te beschermen tegen stofdeel-
tjes, moet een filter gebruikt worden tussen
het inspiratoire deel van het beademingssy-
steem en de patiënt.
Gebruik een filter op het Y-stuk of op de inspi-
ratiepoort.
Bevestig de volgende accessoires aan het
apparaat:
– Beademingsgaszak
– Beademingsslangen
– Filter (optioneel, niet weergegeven)
– Gassampleleiding
LET OP
Risico op onvoldoende beademing door bescha-
digde beademingsslangen
De beademingsslangen kunnen beschadigd ra-
ken als ze niet goed worden verwijderd.
Omgevingslucht kan in het ademgas terechtko-
men of het ademgas kan ontsnappen als gevolg
van lekkages.
Als de spiraalversteviging van een beademings-
slang beschadigd is, kan de slang gaan knikken
of afgesloten raken.
– Houd de beademingsslangen bij het bevesti-
gen of verwijderen altijd aan de mof vast.
– Controleer de beademingsslangen vóór elk
gebruik op beschadiging.
– Gebruik geen beschadigde beademingsslan-
gen.
34
WAARSCHUWING
Risico op brandwonden
Geleidende beademingsslangen kunnen
brandwonden veroorzaken tijdens HF-chirur-
gie.
Gebruik geen antistatische of geleidende be-
ademingsslangen.
WAARSCHUWING
Risico op onvoldoende beademing door vast-
plakkende ventielen
Siliconenspray kan in het beademingssy-
steem terechtkomen waardoor de ventielen
gaan vastplakken.
Spuit de mondstukken van het beademingssy-
steem niet in met siliconenspray.
OPMERKING
Fabius bevat geen componenten die zijn vervaar-
digd van latex.
Gebruik om het risico op contact met latex te mi-
nimaliseren beademingsgaszakken en beade-
mingsslangen die latexvrij zijn vervaardigd.
Klaarmaken voor hergebruik Fabius-serie