Na het klaarmaken voor hergebruik
Apparaat-specifieke componenten monteren en aansluiten
De apparaat-specifieke componenten moeten aan
het apparaat worden bevestigd en, indien nodig,
worden gemonteerd.
Installeer en monteer de volgende componenten:
– Onderdelen van het beademingsapparaat
– APL-ventiel
– Inspiratieventiel en expiratieventiel
– Beademingssysteem
– Flowsensor
– Uitlaatpoort
– Arm voor beademingsgaszak
– CLIC Adapter
– CO
-absorber
2
– O
-sensor
2
– Slangen en kabels
– Anesthesiegas-opvangsysteem
Voorwaarden:
– Alle componenten zijn klaargemaakt voor
hergebruik en gedroogd.
De onderdelen van het beademingsapparaat
installeren
C
B
D
A
Klaarmaken voor hergebruik Fabius-serie
1 Open de deur van het beademingsapparaat (A)
2 Plaats het pistonmembraan (B) in het
3 Plaats de deksel van het beademingsapparaat
4 Sluit de drukslang voor het meten van de
5 Sluit de deur van het beademingsapparaat met
Het APL-ventiel bevestigen
E
1 Plaats het APL-ventiel verticaal op het
2 Draai de kartelmoer (B) met de klok mee vast.
met de daaraan bevestigde
beademingseenheid.
beademingsapparaat. Zorg ervoor dat het
Dräger opschrift op de onderkant van het
pistonmembraan van bovenaf leesbaar is.
(C). Sluit de 3 klemmen (D).
drukwaarden (E) in de kamer van het
beademingsapparaat aan op de betreffende
aansluiting op de deksel van het
beademingsapparaat.
de daaraan bevestigde beademingseenheid.
beademingssysteem.
De markering (A) moet in de richting van de
gebruiker wijzen als het beademingssysteem is
geïnstalleerd.
Nederlands
A
B
27