Deel 7
Programma-onderbrekingen
Het gebruik van STOP en
STOP
U kunt in de programmeermodus STOP als opdracht vastleggen door indrukken van de
(r7s]-toets (Run/Stop = uitvoeren/stoppen) of door indrukken van
STOP
(ALPHA ) . Wanneer STOP later als opdracht bij de uitvoering van een programma wordt
aangetroffen, wordt de STOP uitgevoerd en houdt het programma stil, klaar om de
uitvoering van het programma met de volgende lijn in het programmageheugen te
hervatten.
Stoppen vanaf het toetsenbord
Als een programma in uitvoering is, stopt het indrukken van
het programma.
Ofschoon de STOP-funktie voor uitvoering in de USER-modus aan andere toetsen kan
worden toegewezen, zal het indrukken van deze geherdefinieerde toetsen (in de normale of
de USER-modus) een in uitvoering zijnd programma niet stopzetten. Alleen de [R/S]-
toets zelf (alsmede de
toets) kan men programma in uitvoering stopzetten. Voorts zal
het indrukken, in de normale modus of de USER-modus, van
een programma in
uitvoering stopzetten, zelfs indien een andere funktie aan de plaats van de (R/S]-toets is
toegewezen. Als een programma niet in uitvoering is, start het indrukken van
de
programma-uitvoering, die begint met de voorliggende lijn van het programma.
Het gebruik van PROMPT (invoerteken)
Wanneer een PROMPT-opdracht bij de uitvoering van een programma wordt verricht,
zorgt deze voor het stopzetten van de programma-uitvoering en voor het weergeven in de
uitlezing van de inhoud van het ALPHA-register.
Net als AVIEW zorgt PROMPT alleen voor het afbeelden van de inhoud van het ALPHA-
register; PROMPT schakelt de calculator niet over naar de ALPHA-modus.
Het gebruik van PSE (pauze)
Wanneer bij de uitvoering van een programma een PSE-opdracht (pauze) wordt verricht,
wordt de uitvoering voor een ogenblik onderbroken. Gedurende een pauze die iets korter
dan een seconde duurt, beeldt de calculator het X-register of (als de calculator in de
ALPHA-modus staat bij het uitvoeren van de PSE-opdracht) het ALPHA-register af. Als