12
De basisprincipes van de HP-41C/41CV
X<>
Verwissel de inhoud van het X-register en het aangegeven register
fcarog
Geefuitlijsting van de catalogus
STO
Sla op
Tel op bij de inhoud van het register en sla op
s10) (=) Trek af van de inhoud van het register en sla op
Vermenigvuldig met de inhoud van het register en sla op
s10) (] Deel de inhoud van het register en sla op
Sla alfanumerieke gegevens op
RCL
Roep terug
Roep alfanumerieke gegevens terug
VIEW
Laat de registerinhoud zien
Ga naar
Voer uit
Catalogi
Er worden drie catalogi van funkties en programma's in de HP-41C bijgehouden:
Catalogus 1: de catalogus van de door de gebruiker geschreven programma's. Dit is eenlijst
van alle globale labels en END-opdrachten van de door de gebruiker geschreven
programma's. De programma's worden weergegeven in de volgorde waarin zij in het
programmageheugen zijn opgeslagen; binnen ieder programma worden de globale labels
en de END-opdrachten beginnend vanaf het laagste lijnnummer afgebeeld.
Catalogus 2: de catalogus van de uitbreidingseenheden. Dit is een lijst van alle funkties en
programma's die aanwezig zijn op aangesloten uitbreidingen van de calculator (zoals
bijvoorbeeld de kaartlezer, de printer, of een toepassingsmodule). De funkties op de lijst
worden per uitbreidingseenheid gegeven.
Catalogus 3: de catalogusvan standaardfunkties. Dit is een lijst van alle standaardfunkties
(zowel de funkties die op het toetsenbord voor de normale modus staan aangegeven als de
funkties die ,,verborgen" zitten). Deze lijst is alfabetisch.
Door het indrukken van [ Caa0G), gevolgd door 1, 2, of 3, neemt de uitlezing de
aangegeven catalogus door. Bij het weergeven van een catalogus vertraagt het indrukken
van elke willekeurige toets, behalve
of (R7s], de snelheid van uitlijsten; het indrukken
van
zet het uitlijsten stop.
Als het weergeven is de uitlezing van een van de catalogi is stopgezet:
e laat het indrukken van
het volgende item van de catalogus zien;
e laat het indrukken van @l
het vorige item van de catalogus zien;
e zorgt het indrukken van
voor hervatting van het weergeven van de catalogus;
e beéindigt het indrukken van elke andere toets het weergeven van de catalogus en wordt
de op de toets aangegeven funktie uitgevoerd.