Inhoudsopgave
Advertenties
14
De basisprincipes van de HP-41C/41CV
X
XEQ EfX_
Druk de X-toets op het ALPHA-
toetsenbord in. U moet deze toets
niet verwarren met de toets
(de
vermeinigvuldigingstoets) op het
toetsenbord voor de normale mo-
dus.
- (88 Q)
XEQ EfM X—_
- 1s een wisselteken van de Q-toets
op het ALPHA-toetsenbord.
1 (88 2)
XEQ EPX-1_
Het teken 1 is een wisselteken van
de Z-toets op het ALPHA-toetsen-
bord. Dit teken is niet hetzelfde als
het cijfer 1 op het toetsenbord van
de normale modus.
ALPHA
0,5683
Schakel de calculator uit de AL-
PHA-modus, waarop de funktie
wordt uitgevoerd.
Als volgend voorbeeld voeren we de funktie FS?C voor vlag 9 uit:
Druk in
Uitlezing
XEQ__
XEQ_
FS?C
XEQ FS?C _
Toets de funktienaam in in de
uitlezing.
FS?C__
Zet de calculator uit de ALPHA-
modus. De calculator vraagt naar
een parameterwaarde van twee
cijfers; in dit geval, het nummer
van een vlag.
09
NO
De funktie wordt uitgevoerd zodra
de twee cijfers ingetoetst zijn. (Het
antwoord van de calculator geeft
aan dat vlag 9 niet geplaatst was.)
Als de funktienaam of het programmalabel op dat moment niet in een van de
cataloguslijsten opgenomen is, zal de calculator in de uitlezing NONEXISTENT weergeven.
Veel van de funktie waarover de HP-41C beschikt kunnen alleen uitgevoerd worden door
in te drukken en de funktienaam in te toetsen, omdat er geen funktietoets op het
toetsenbord van de normale modus mee overeenkomt. (Hoewel al deze funkties aan een
toets kunnen worden toegewezen en dan heel eenvoudig kunnen worden uitgevoerd door
die toets in de USER-modus in te drukken.) Voor veel funkties die zowel vanuit de
uitlezing als vanaf het toetsenbord kunnen worden uitgevoerd — zoals bijvoorbeeld SIN —
is de naam voor uitvoering vanaf het toetsenbord gelijk aan de naam die op de toets wordt
weergegeven. Voor andere funkties — zoals bijvoorbeeld SQRT (SQuare RooT = vier-
kantswortel) — verschilt de naam voor uitvoering vanuit de uitlezing van die welke op de
Advertenties
Inhoudsopgave
