24
Het geheugen
calculator onderbroken wordt), geeft de calculator in de uitlezing MEMORY LOST weer.
Als u het permanent geheugen wilt wissen:
1. Zet u de calculator uit.
2. Houdt u de [])-toets ingedrukt en u drukt op (oN].
3. Laat u de [«]-toets weer los.
Programmageheugen
Wanneer opdrachten in een programma worden ingetoetst, worden ze opgeslagen in
ongebruikte registers van het geheugen. Ieder register bestaat uit zeven bytes. Funkties
kunnen een, twee, drie of vier bytes in beslag nemen, athankelijk van de funktie in kwestie;
het aantal bytes dat iedere funktie in beslag neemt wordt opgegeven in de lijst van funkties
achterin deze gebruiksaanwijzing. Numerieke gegevens nemen een byte voor ieder cijfer in
het getal, met daarbij nog een byte voor iedere (],
en
die bij het gegeven
ingetoetst wordt. Alfanumericke gegevens leggen beslag op een byte voor ieder teken in de
ALPHA-rij, met daarbij nog een extra byte voor de gehele rij.
Iedere funktie, getal, of ALPHA-rij in een programma wordt beschouwd als cen
afzonderlijke lijn van het programmageheugen. Deze programmalijnen zijn binnen één
programma opvolgend genummerd, beginnend met 1. Het aantal lijnen hangt af van het
aantal funkties, getallen en ALPHA-rijen dat in het programma staat, terwijl het aantal
registers dat door deze programmalijnen gebruikt wordt afhangt van de funkties in
kwestie en de lengte van de getallen en de ALPHA-rijen.
T~
Gegevens-
.
Gegevens-
J
°