Inhoudsopgave
Advertenties
Druksensor-
bereik (AI2)
1,0 bar
Druksensor-
type (AI2)
Absolute-druksensor
Relatieve-druksensor
12.7.3
Overdrachtsfunctie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Drive for Wilo-Helix2.0-VE / Wilo-Medana CH3-LE • Ed.02/2023-03
•
0 – 1 0 V : Spanningsbereik van 0 – 10 V voor de overdracht van gewenste waarden.
•
2 – 10 V: Spanningsbereik van 2 – 10 V voor de overdracht van gewenste waarden. Als de
spanning onder 1 V ligt, wordt de motor uitgeschakeld en wordt er een kabelbreuk her-
kend (zie overzicht van de overdrachtsfuncties).
•
0 – 20 mA: Stroomsterktebereik van 0 – 20 mA voor de overdracht van gewenste waar-
den.
•
4 – 20 mA: Stroomsterktebereik van 2 – 20 mA voor de overdracht van gewenste waar-
den. Als de stroomsterkte lager is dan 2 mA, wordt de motor uitgeschakeld en wordt er
een kabelbreuk herkend (zie overzicht van de overdrachtsfuncties).
Druksensorbereik
In het menu-item „Druksensorbereik" kan het druksensorbereik worden geselecteerd.
Druksensortype
In het menu-item „Druksensortype" kan een absoluut of een relatief druksensortype worden
geselecteerd.
Ingang gewenste waarde en overdrachtsfunctie
Ingangen gewenste waarde 0 V ... 10 V, 0 mA ... 20 mA:
Bij 0 V ... 10 V, 0 mA ... 20 mA geldt de kabelbreuksectie niet.
De instelwaarden voor de lineaire sectie en de sectie met uitgeschakelde motor worden
weergegeven in Fig. 36.
Bij een toerental constant n-c kan de gewenste waarde tussen 30% van het maximale toe-
rental en het maximale toerental worden ingesteld.
Voor andere regelfuncties (dp-v, dp-c, PID en pc) kan de gewenste waarde van 0% tot
100% van het sensorbereik worden ingesteld.
Setpoint
[%]
100% of Nmax
100%
30% of Nmax
0%
off
0.9 V
1.1 V
1.8 mA
2.2 mA
Fig. 36: Ingang gewenste waarde 0 – 10 V of 0 – 20 mA
Als het analoge signaal 0,9 V of 1,8 mA onderschrijdt, wordt de motor uitgeschakeld. De
kabelbreukherkenning is niet actief. Bij een analoog signaal tussen 2 V en 10 V of tussen 4
mA en 20 mA wordt het signaal lineair geïnterpoleerd. Het toegepaste analoge signaal van
0,9 V ... 2 V dan wel 1,8 mA ... 4 mA geeft de gewenste waarde bij '0%' of het minimale toe-
rental weer. Het analoge signaal van 10 V of 20 mA geeft de gewenste waarde bij '100%'
dan wel het maximale toerental weer.
Ingangen gewenste waarde 2 V ... 10 V, 4 mA ... 20 mA:
De instelwaarden voor de lineaire sectie, de sectie met uitgeschakelde motor en de kabel-
breuksectie worden weergegeven in Fig. 37.
Bij een toerental constant n-c kan de gewenste waarde tussen 30% van het maximale toe-
rental en het maximale toerental worden ingesteld.
2 V
4 mA
nl
10
20 mA
71
Advertenties
Inhoudsopgave
