5.5
Toegestane inbouwposities met
horizontale motoras
5.6
Voorbereiding op de installatie
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Drive for Wilo-Helix2.0-VE / Wilo-Medana CH3-LE • Ed.02/2023-03
Fig. 5: Toegestane inbouwposities met motoras en elektronicamodule naar boven (0°)
Fig. 6: Condensaatafvoeropeningen
Alleen in deze positie (0°) kan het condensaat worden afgevoerd via aanwezige boorgaten
van de motor.
GEVAAR
Levensgevaar door vallende onderdelen!
De onderdelen van de aandrijving kunnen extreem zwaar zijn. Door val-
lende onderdelen bestaat het gevaar van snijden, beknellen, stoten of
slaan, hetgeen kan leiden tot de dood.
. Gebruik altijd geschikte hijsmiddelen en borg de onderdelen tegen val-
len.
. Ga nooit onder zwevende lasten staan.
. Bij opslag en transport en vóór alle installatie- en montagewerkzaam-
heden moet voor een veilige plaats en stabiele stand van de pomp wor-
den gezorgd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade door ondes-
kundige hantering!
. Zet het aandrijfeenheid nooit op losse of niet dragende oppervlakken.
. Spoel, indien nodig, het leidingsysteem door. Vervuilingen kunnen tot
uitval van de pomp leiden.
. Begin pas met installeren nadat alle las- en soldeerwerkzaamheden en
het eventueel benodigde doorspoelen van het leidingsysteem zijn beëin-
digd.
. Houd een axiale minimumafstand van 100 mm tussen de wand en ven-
tilatorkap van de motor aan.
. Zorg voor een vrije luchttoevoer naar het koellichaam van de elektroni-
camodule door een axiale minimumafstand van 100 mm tot de wand te
waarborgen.
nl
15