8.2
Beschrijving van de bedieningsele-
menten
Pos.
Omschrijving
1
Grafisch display
2
Groene ledindicator
3
Blauwe ledindicator
4
Bedieningsknop
5
Terugtoets
Tab. 8: Beschrijving van de bedieningselementen
8.3
Pompbedrijf
8.3.1
Instelling van het opvoervermogen
van de pomp
8.3.2
Instellingen op de pomp
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Drive for Wilo-Helix2.0-VE / Wilo-Medana CH3-LE • Ed.02/2023-03
Fig. 19: Bedieningselementen
Verklaring
Informeert over instellingen en de toestand van de pomp.
Bedieningsinterface voor het instellen van de pomp.
Led brandt: Pomp is voorzien van spanning en gebruiksklaar.
Er is geen waarschuwing of fout opgetreden.
Led brandt: De pomp wordt via een externe interface beïnvloed, bijv. door:
•
Invoer gewenste waarde via analoge ingang AI1 ... AI2
•
Ingreep gebouwbeheersysteem via digitale ingang DI1 of buscommunicatie
Knippert als er een dubbelpompverbinding is.
Menunavigatie en bewerken door draaien en drukken.
Navigeert in het menu:
•
terug naar het vorige menuniveau (1 x kort drukken)
•
terug naar de vorige instelling (1 x kort drukken)
•
terug naar het hoofdmenu (1 x langer drukken, > 2 seconden)
Schakelt in combinatie met het drukken op de bedieningsknop de vergrendeling (*) in of
uit (> 5 seconden).
(*) Door de vergrendeling te configureren, kan de pompinstelling niet onbedoeld op het
display worden gewijzigd.
De installatie is voor een bepaald bedrijfspunt (volledig belastingspunt, berekende maxi-
maal benodigde warmte-/koelcapaciteit) ontworpen. Stel bij de inbedrijfname het pomp-
vermogen (opvoerhoogte) in overeenkomstig het bedrijfspunt van de installatie. De fa-
brieksinstelling komt niet overeen met het voor de installatie vereiste pompvermogen. Het
benodigde pompvermogen wordt met behulp van het karakteristieke diagram van het ge-
selecteerde pomptype (bijv. uit gegevensblad) bepaald.
LET OP
Voor watertoepassingen geldt de waarde van de doorstroming die wordt
weergegeven op het display of aan het gebouwbeheersysteem wordt
doorgegeven. Bij andere vloeistof geeft deze waarde alleen de tendens
aan. Als er geen verschildruksensor is gemonteerd, kan de pomp geen
debietwaarde aangeven.
Instellingen worden uitgevoerd door draaien en drukken van de bedieningsknop. Door de
bedieningsknop naar links of naar rechts te draaien wordt door de menu's genavigeerd of er
worden instellingen veranderd. Een groene focus geeft aan, dat in het menu wordt genavi-
geerd. Een gele focus geeft aan, dat een instelling wordt uitgevoerd.
nl
31