9.2.3
Specifieke parameters bij toerental
constant n-c
9.2.4
Specifieke parameters van de PID-
regeling
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Drive for Wilo-Helix2.0-VE / Wilo-Medana CH3-LE • Ed.02/2023-03
LET OP
Als het debiet door het sluiten van ventielen afneemt en de grenswaarde
onderschrijdt, wordt de pomp gestopt.
De pomp controleert om de 5 minuten (300 seconden) of de debietbe-
hoefte weer stijgt. Zodra dit het geval is, gaat de pomp in het regelings-
type ingestelde regelbedrijf verder.
Het tijdsinterval ter controle van een gestegen debiet ten opzichte van
het ingestelde minimale debiet 'No-Flow Stop Grenswaarde' bedraagt 10
seconden.
Als de regelingsmodus 'n-c' wordt geselecteerd, verschijnen de volgende parameters:
Universeel
1.1.1
Regelingsmodus
1.1.2 n-c
Gewenste waarde n-c
1.1.9
Gewenste waardebron
1.1.9/1
Interne gewenste waarde
1.1.9/2
Analoge ingang (AI2)
1.1.9/3
CIF-module
1.1.10
Vervangende gewenste waarde
1.1.15
Pomp AAN/UIT
•
De gewenste waarde n-c instellen
Als dit menu-item wordt geselecteerd, kan het gewenste toerental als gewenste waarde
worden ingesteld.
LET OP
De gewenste waarde kan alleen worden ingesteld als de bron van de ge-
wenste waarde op 'Interne gewenste waarde' staat (zie 'Instellen van de
gewenste waardebron').
•
Instellen van de gewenste waardebron
Als bronnen van de gewenste waarde kunnen „Interne gewenste waarde", „Analoge in-
gang AI2" of een CIF-module worden geselecteerd.
LET OP
Een CIF-module kan alleen als gewenste waardebron worden geselec-
teerd, wanneer een CIF-module is gemonteerd. Het menu-item kan an-
ders niet worden geselecteerd (is grijs).
Als de gewenste waarde via de „Analoge ingang AI2" wordt ingesteld,
kan de analoge ingang in het menu „Instellingen" worden geconfigu-
reerd.
Als een externe bron van de gewenste waarde (analoge ingang of CIF-module) wordt gese-
lecteerd, verschijnt het menupunt „Vervangende gewenste waarde". Hier kan een vaste ge-
wenste waarde worden ingevoerd, die in het geval van een uitval van de gewenste waarde-
bron (bijv. kabelbreuk op de analoge ingang, geen communicatie met de CIF-module) voor
de regeling toegepast wordt.
Als de regelingsmodus 'PID-regeling' wordt geselecteerd, verschijnen de volgende parame-
ters:
Universeel
1.1.1
Regelingsmodus
1.1.2 PID
Gewenste waarde PID
1.1.3 Kp
Parameter Kp
Displaytekst
Displaytekst
nl
45