Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo SiFire FIRST Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 88

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
STORING
De pomp wordt steeds in- en uitge-
schakeld
Het apparaat signaleert vaak een
droogloop
Bij een zeer lage doorstroming func-
tioneert de pomp ongelijkmatig
De installatiedruk is boven de inge-
stelde P
-waarde gestegen
max
Schakelkast kan niet worden inge-
schakeld
De motor start niet
De pomp transporteert geen water
of heeft een zeer laag debiet of lage
opvoerhoogte
Motor bereikt het nominale toeren-
tal niet
88
Storingen, oorzaken en oplossingen
OORZAAK
De installatie is lek
Tijdens de stilstand van de installatie
raakt de aanzuigleiding van de pomp
leeg, waardoor de pomp tijdens de
volgende start niet correct kan werken
De doorstromingswaarden zijn te laag.
Omdat dit niet door het apparaat kan
worden geregistreerd, stopt de elek-
tropomp.
Als vorstbeveiligingen of beveiligingen
voor de blokkering van mechanische
onderdelen geactiveerd zijn, kan het
gebeuren dat de druk boven de inge-
stelde waarden stijgt. De pomp wordt
namelijk onafhankelijk van de gepro-
grammeerde waarden van P
max
gedurende 15 seconden lang gedwon-
gen te starten
De printplaat zou beschadigd kunnen
zijn
Ontbrekende spanningsvoorziening
De drukschakelaar is op een lagere
waarde ingesteld dan de hoofdpomp
Kortsluiting in de wikkelingen
Temperatuurbeveiliging is geactiveerd De dimensionering van de stroomvoorzieningskabels
Storing aan de schakelkast/incorrecte
aansluitingen
Draairichting wijzigen
Zuigdiepte te hoog bij pomp in cavita-
tie
Onjuiste diameter van leiding en zuig-
ventielen bij pomp in cavitatie
Luchtinlaat in de zuigleiding
Deels/volledig gesloten afsluitkranen
Slijtage aan de pomp
Waaier van de pomp geblokkeerd
Verstopt filter
Motor bereikt het nominale toerental
niet
Spanning van de motor te laag
Onjuiste contacten in het netrelais of
probleem met de starter
Fase-uitval
Onjuist contact in stroomvoorzie-
ningskabels
OPLOSSING
De verschillende hydraulische aansluitingen controleren.
Op het display controleren of er bij gesloten aftappunten
sprake is van drukverlies. Schakelkast controleren. Con-
troleren of er eventueel vuil in de terugslagklep aanwe-
zig is en deze als gevolg daarvan niet correct kan sluiten.
Eventueel met perslucht reinigen. Een klein membraan-
expansievat aan de uitgang van de schakelkast installe-
ren
Dichtheid van de voetventielen controleren
Een klein membraanexpansievat (1 – 2 liter) installeren
om de installatie flexibeler te maken en het aantal herin-
schakelingen te verlagen
Installatiedruk verlagen
en P
min
Controleren en vervangen
Aansluitingen en schakelkast controleren
Controleren opnieuw kalibreren
De wikkelingen in de werkplaats controleren
controleren Waarborgen dat de pomp niet geblokkeerd is
en de kalibratie van de drukschakelaar en de vulling van
de autoclaaftank controleren
Controleren
Twee fasen aan de netaansluiting verwisselen
De berekeningen gebaseerd op de NPSHr-waarde van de
pomp controleren
De berekeningen gebaseerd op de NPSHr-waarde van de
pomp controleren
Controleren of er geen lekkages in de zuigleiding zijn
De zuig- en drukventielen openen
Controleren en repareren
Controleren en repareren
Controleren en repareren
Zie het volgende punt
De voedingsspanning, aansluitingen en kabeldoorsneden
van de spanningskabel controleren
Controleren en repareren
Leiding, aansluiting en zekeringen controleren
De stevigheid van de klemverbindingen controleren
WILO SE 2020-12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave