nl
STORING
Het rondsel van de starter trekt na
het starten van de motor niet terug
De pomp transporteert geen water
of heeft een zeer laag debiet of lage
opvoerhoogte
Motor bereikt het nominale toeren-
tal niet of trilt
Abnormale verhitting – hoge wa-
ter-/olietemperatuur
86
Storingen, oorzaken en oplossingen
OORZAAK
Brandstofgebrek
Lucht in de brandstofkringloop
Verstopt dieselfilter
Verstopt luchtfilter
Uitval van de brandstofkringloop:
Inspuiter verstopt
Uitval van de inspuitpomp
Temperatuur te laag
Accu/starter/servo-relais-verbindin-
gen losgeraakt of verroest
Uitval van de pomp-schakelkast op de
schakelkast
Uitval van de starter
Uitval van de schakelkast aan het
schakelpaneel
Zuigdiepte te hoog. Pomp in cavitatie
Onjuiste diameter van aanzuigleiding
en ventielen. Pomp in cavitatie
Luchtinlaat in de zuigleiding
Deels/volledig gesloten afsluitkranen
Slijtage aan de pomp
Waaier van de pomp geblokkeerd
Zuigzeef/verstopte filters
Slijtage aan het pomp-/motorschar-
nier
Motor bereikt het nominale toerental
of pendeltoerental niet
Smoorhendel in een onjuiste positie
Verstopt brandstoffilter
Storingen aan de injecteur/pomp
Overbelasting van de deels geblok-
keerde pomp
Scharnier niet in de as
Smoorhendel in een onjuiste positie
Omgevingstemperatuur hoger dan 40
°C
Onvoldoende ventilatie
Vervuilde of verstopte koeler/warm-
tewisselaar
Watergebrek in de koeler/warmtewis-
selaar
OPLOSSING
Het reservoir en de vlotter controleren als dit niet door
het lampje op de schakelkast wordt weergegeven. Ver-
vangen. Reservoir vullen
Stroomkring door ontluchting van de inspuiters en van
het brandstoffilter scheiden
Vervangen
Vervangen
Neem contact op met de servicedienst
Controleren of de omgevingstemperatuur niet onder 10
°C ligt. Controleren of de olie-/waterverhitter correct
functioneert. Vervangen.
Kabels en klemmen controleren. Opnieuw bekabelen.
Correct vastdraaien. Vervangen.
Controleren en eventueel vervangen
Neem contact op met de servicedienst
Neem contact op met de servicedienst
De berekeningen gebaseerd op de NPSHr-waarde van de
pomp controleren
De berekeningen gebaseerd op de NPSHr-waarde van de
pomp controleren
Controleren of er in de zuigleiding lekkages aanwezig
zijn. De afstand tussen de aanzuigeenheden controleren.
Anti-vortex platen monteren als er meer dan één pomp
geïnstalleerd is
De zuig- en drukventielen openen
Controleren en repareren
Controleren en repareren
Controleren en repareren
Controleren en repareren
Toerental op het display van de schakelkast controleren.
Zie het volgende punt
Controleren, snelheid instellen en de hendel vastzetten
Vervangen
Neem contact op met de servicedienst
Demonteren en controleren
Correct uitlijnen
Controleren, snelheid instellen en de hendel vastzetten
Omgeving afkoelen
Filter en ventilatierooster controleren, reinigen of afme-
ting veranderen
Demonteren en reinigen
Na het afkoelen water bijvullen en op lekkages controle-
ren
WILO SE 2020-12