BESTURING
Lees, voordat u gaat rijden, de veiligheid-
sinstructies (bladzijden 1 -7) door.
U dient voorai de werking van het zijstandaard
mechanisme
goed
HIERVOOR DE ONDERHOUDSTABEL op
blz.75 en de toelichting betreffende de
Zijstandaard op blz.89).
Let erop dat er geen brandbare materiaien,
zoals gras of droge bladeren, tijdens het rijden,
stationair draaien of parkeren van motor met
het uitlaatsysteem in contact komen.
1. Zodra de motor is warm gelopen, is de
motorfiets klaar om te worden bereden.
64
te
begrijpen.
(Zie
2. Druk terwijl de motor stationair loopt.
de versnelingshendel
pedaal in om in de 1ste (lage)
versnelling te schakelen.
3. Laat
nu
langzaam
opkomen en voer tegelijkertijd en
gelijdelijk aan de snelheid op door de
accelerator te openen.
samenspel
tussen
koppeling verzekert een soepele en
efectieve start.
4. Sluit, zodra de motor een matige snelheid
heeft bereikt, de
koppeling in en schakel in de 2e
versnelling, door het versnellingspedaal op
te laten komen.
Deze handeling dient te worden herhaald
om langzaam over te schakelen naar de 3e,
4e en 5e (hoogste) versnelling.
in en trap het
de
koppeling
Een goed
accelerator en
accelerator, druk de