Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zekering Kabelbescherming; Toepassing In Het It-Systeem; Installaties Met Aardlekschakelaars; Motorveiligheid - ZIEHL-ABEGG ECblue Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ECblue:
Inhoudsopgave

Advertenties

Montagehandleiding ECblue
5.6.3

Zekering kabelbescherming

De zekering voor aansluiting op de voeding moet worden gemaakt op basis van het gebruikte type
kabel, het type installatie, de bedrijfsomstandigheden en de lokale normen. De informatie voor de
maximaal toegestane back-upzekering van het apparaat moet strikt worden nageleefd (zie
Technische gegevens).
Mogelijke componenten voor de kabelbescherming (aanbeveling):
Smeltzekeringen van de bedrijfsklasse "gG" (laagspanningssmeltveiligheden voor algemene
toepassingen conform EN 60269-1).
Aardlekautomaat met karakteristiek "C" (conform EN 60898-1).
5.6.4

Toepassing in het IT-systeem

Gevaar door elektrische stroom
In het IT-systeem is het sterpunt van de spanning niet geaard; bij kortsluiting tussen een fase (bijv.
"L1") en aardleider "PE" heerst er op de aardleider een fasenpotentiaal.
Tussen de aansluiting van de voeding van het apparaat en de beschermingsgeleider " PE " is in
geen geval een hogere spanning dan de opgegeven netspanning van het apparaat toegestaan!
1 ~ types kunnen in standaarduitvoering in het IT-systeem worden gebruikt. In 3 ~ IT-systemen echter
alleen als ook bij aardsluiting van een netfase die door het toestel niet wordt gebruikt geen hogere
spanning richting "PE" kan optreden dan de aangegeven netspanning van het toestel (van geen van
beide aansluitingen).
Om een storingvrije werking van de speciale uitvoering op het IT-systeem te garanderen, moet het
"GND" potentiaal van de besturingsaansluitingen met het potentiaal van de beschermingsleiding
worden verbonden.
Als gevolg van deze verbinding moet voor de stuuraansluitingen het volgende in acht worden
genomen (uitzondering potentiaalvrije relaiscontacten):
1. Alleen met leidingen aansluiten die geschikt zijn voor netspanning en omgeving.
2. Alleen via geschikte scheidingsversterkers aansluiten.
5.7

Installaties met aardlekschakelaars

Of het gebruik van een aardlekschakelaar (Residual Current Device of RCD) noodzakelijk of
toegestaan is, hangt af van de opbouw van het laagspanningssysteem waarin het apparaat moet
worden gebruikt.
Of er een aardlekschakelaar moet worden gebruikt en, zo ja, welke, moet door de exploitant van de
installatie of een door deze exploitant ingeschakelde elektricien worden beoordeeld.
Gevaar door elektrische stroom
Bij de keuze van de activeringskarakteristiek van de aardlekschakelaar moet met de mogelijke
foutstroomvorm van de vermogenselektronica (systeem met halfgeleiders) evenals met de geldende
normen en voorschriften op de plaats van gebruik rekening worden gehouden.
Opbouw van de vermogenselektronica
De vermogenselektronica komt qua opbouw overeen met een frequentieomvormer met
bruggelijkrichter en PFC (Power Factor Correction/vermogensfactorcorrectie).
Informatie
Om onterechte activeringen door impulsachtige laadstromen van het geïntegreerde EMC-filter te
voorkomen, adviseren wij omwille van de bedrijfsveiligheid bij een vaste aansluiting en gebruik van
een aardlekschakelaar een nominale lekstroom van 300 mA te gebruiken.
5.8

Motorveiligheid

Geïntegreerde overlastbeveiliging, voorgeschakelde motorveiligheid is niet noodzakelijk (max.
voorzekering zie Technische gegevens).
L-BAL-F055D-NL 2021/51 Index 006
Art.-nr.
21/56
Elektrische installatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave