N.B.
Voice R1, R2, L
• Als één van de DSP soorten van het Insertie Effect (pag. 50) is
geselecteerd, dan wordt het effect alleen toegepast op voice R1 en
niet op voice R2/L. Daarom kan de DSP depth van voice R2/L niet
worden gewijzigd. Tevens kan de DSP depth van voice R1
afhankelijk van het geselecteerde Insertie Effect type niet worden
gewijzigd.
• Sla de partinstellingen die u wilt behouden op in het PSR-540
Registratie Geheugen (pag.54). De voice part instellingen zijn tijdelijk
en gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, als er een andere
R1 paneelvoice wordt geselecteerd terwijl de Voice Set functie (pag.
120) aanstaat, of als er een Registratie Geheugen wordt
opgeroepen.
Song
• Selecteer eerst de juiste song waarvan u het part in wilt stellen,
voordat u de relevante display oproept.
• Alle voor de song gemaakte partinstellingen gaan verloren als u het
instrument uitzet, een andere song, of de Style mode selecteert (na
het maken van de partinstellingen). Selecteer, om dit te voorkomen,
de Opname mode en sla de songdata op diskette op (pag. 78).
Voice Wijzigen
Naast de mogelijkheid om voices te wijzigen die worden gespeeld op het toetsenbord
(R1, R2, L), kunnen ook de voices van ieder track van de automatische begeleiding en
songs worden gewijzigd.
1
Druk op de [VOICE CHANGE]-knop.
2
Selecteer de part waarvan u de voices wilt wijzigen.
Parts kunnen worden geselecteerd met de volgende knoppen (afhankelijk van
de geselecteerde mode: Style of Song):
Voice ................................. PART ON/OFF [VOICE R1], [VOICE R2], [VOICE l]-
Accompaniment track ........ [TRACK9]-[TRACK16]-knoppen (Style mode)
Song track ......................... [TRACK1]-[TRACK16]-knoppen (Song mode)
3
Selecteer een voice.
Met de data dial, de [+/YES]-knop, de [-/NO] -knop of de numerieke toetsen
[1]-[0].
Zie de Voice Lijst (pag. 134).
4
Herhaal stappen #2 en #3 zo veel als nodig voor andere
parts/ tracks
5
Druk op de [EXIT]-knop om het VOICE CHANGE scherm te verlaten.
knoppen
RhM=216 StndKit1
Automatische begeleiding
• Alleen drumkit voices (zie pag. 31) kunnen voor de RHYTHM MAIN
track worden geselecteerd .
• Bij gebruik van automatische begeleiding partinstellingen voor de
RHYTHM SUB track, kan iedere voice worden geselecteerd maar
kunnen geen akkoordwijzigingen voorkomen als u automatische
begeleiding gebruikt.
• Selecteer eerst de juiste stijl waarvan u het part in wilt stellen voordat
u de relevante display oproept.
• Automatische begeleiding partinstellingen kunnen zelfs worden
ingesteld als er een begeleiding speelt.
• Automatische begeleiding partinstellingen beïnvloeden alle secties
van de geselecteerde stijl.
• Sla alle partinstellingen die u wilt behouden op in het PSR-540
Registratie Geheugen (pag. 54). De automatische begeleiding
partinstellingen zijn tijdelijk en gaan verloren als het instrument wordt
uitgezet, een andere stijl wordt geselecteerd terwijl de Voice Set
functie (pag. 120) aanstaat, of een Registratie Geheugen wordt
opgeroepen.
Part Instellingen
75