Naam Geven
Hiermee kunt u uw eigen originele data creëren zoals songs, stijlen en registratie-
geheugeninstellingen. U kunt de data ook een willekeurige naam geven.
De volgende datatypes kunt u een naam geven.
• Diskfiles (User-songs, enz.) ........................... pagina's 61, 65, 66, 90
• Userstijlen ........................................................................ pagina 104
• User-Padbanks .................................................................. pagina 94
• Registratie-geheugenbanken ............................................. pagina 56
Het onderstaande voorbeelddisplay verschijnt als u een song op een floppy disk een
naam geeft (pagina 65).
Nam=xxxxxxxx
Om een originele naam in te voeren gebruikt u het toetsenbord.
C1
Een (letter)teken invoeren
De cursor bewegen
Een 'lower-case' letterteken invoeren
Wissen
Direct access
Met de [DIRECT ACCESS]-knop, kunt u onmiddellijk de gewenste display oproepen.
Door bijvoorbeeld tegelijkertijd op de [DIRECT ACCESS]-knop en de
[REGISTRATION MEMORY]-knop te drukken wordt automatisch de display
geselecteerd om de Registratiegeheugen-banknaam in te voeren.
Zie pagina 24 voor de Direct Accesstabel.
–
Cursor
Met iedere toets op het toetsenbord voert u een
verschillend letterteken in, zoals direct boven de toets
staat aangegeven.
Met de A#5- en B5-toetsen beweegt u de cursor naar
achteren en naar voren binnen de filenaam.
De C1-toets werkt als een shift-toets waarmee u 'kleine'-
lettertekens kunt invoeren: houd de Shift-toets ingedrukt
terwijl op u een lettertoets drukt. Op deze manier voert u
een 'klein' letterteken in.
De wistoets (C6) wist het letterteken op de cursorpositie.
R.Name =Regist01
Letters en
(letter)tekens zijn
aangegeven boven de
corresponderende
toetsen.
–
Cursor
Algemene Handelingen
N.B.
• ''Kleine' letters kunt u niet
gebruiken voor een naam
van een diskfile.
21