Instellingen printerstuurprogramma
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de basisinstellingen
van het printerstuurprogramma, zoals kleurmodus,
dubbelzijdig/enkelzijdig afdrukken en papiertype,
worden geconfigureerd.
[Basis]-tab
Kleurmodus
Selecteer een kleurmodus.
[Auto]
De machine leest automatisch de kleur van het document
en drukt het in kleur (cyaan, magenta, geel en zwart) of in
zwart.
[Kleurendr.]
Selecteer deze optie om in vier kleuren (cyaan, magenta,
geel en zwart) af te drukken.
[Zwart]
Selecteer deze optie om in één kleur (zwart) af te
drukken, ongeacht de kleur van het document.
[Cyaan]
Selecteer deze optie om in één kleur (cyaan) af te
drukken, ongeacht de kleur van het document.
[Magenta]
Selecteer deze optie om in één kleur (magenta) af te
drukken, ongeacht de kleur van het document.
Dubbel/Enkel
Selecteer enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken.
[Enkelzijdig]
De gegevens worden op één zijde van het papier
afgedrukt.
[Dubbelzijdig(Lange zijde)]
De gegevens worden op beide zijden van het papier
afgedrukt, waarbij de lange zijde als inbindpositie
fungeert.
[Dubbelzijdig(Korte zijde)]
De gegevens worden op beide zijden van het papier
afgedrukt, waarbij de korte zijde als inbindpositie
fungeert.
• Om documenten van gemengd formaat af te
drukken op beide zijden van het papier, geeft u
de inbindrichting op in het dialoogvenster
[Versch. form. orig.].
ComColor FW serie Gebruikershandleiding
3
3-9