Download Print deze pagina

Via Een Gedeelde Printer; Printerconfiguratie; Het Mac-Adres Configureren - Riso ComColor FW Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ComColor FW Series:

Advertenties

Via een gedeelde printer

Selecteer deze optie om het
printerstuurprogramma van de servercomputer te
delen om deze machine te gebruiken.
Selecteer het selectievakje en geef het IP-adres van de
machine op in het veld [IP-adres van de printer]. U kunt
het IP-adres van de printer terugvinden in het scherm
[Systeeminfo] - [Machine-info.] op het bedieningspaneel.
SNMP-community naam
Geef de communitynaam voor SNMP-
communicatie op.
Plaats een vinkje bij [SNMP-community naam] en
gebruik het tekstvak om 1 tot 32 tekens in te voeren als
de communitynaam voor SNMP-communicatie.
• Als er geen vinkje bij [SNMP-community naam]
staat, wordt de communitynaam voor SNMP-
communicatie op "public" gezet.
• Alfanumerieke tekens (hoofd-/kleine letters) en
de volgende symbolen kunnen in het tekstvak
bij [SNMP-community naam] worden ingevoerd:
, . / : ; @ [ \ ] ^ _
• Als de SNMP-communitynaam van de machine
en die van het printerstuurprogramma
verschillen, kunt u geen informatie krijgen van
de machine. Als u de SNMP-communitynaam
met het apparaat hebt gewijzigd, moet u deze
ook wijzigen in het printerstuurprogramma.

Het MAC-adres configureren

Selecteer [Printergeg. ophal.] en klik op
[Toepassen] om het MAC-adres te verkrijgen en
weer te geven bij [MAC-adres van de printer]. Om
het MAC-adres handmatig op te geven, selecteert
u het selectievakje [Wake On LAN] en voert u het
MAC-adres in bij [MAC-adres van de printer] en
selecteert u [Met ander netw. verbinden].
[Met ander netw. verbinden]
Normaal is dit selectievakje niet geselecteerd. Selecteer
deze optie als de netwerksegmenten van de printer en
van de computer verschillend zijn.
Instellingen printerstuurprogramma

Printerconfiguratie

Normaal klikt u op [Printergeg. ophal.] om de
configuratie-informatie van de optionele uitrusting
automatisch van de printer te verkrijgen. Deze
informatie wordt verkregen van de machine die
weergegeven is bij [Printerconfiguratie]. De
verkregen informatie kan ook handmatig worden
gewijzigd.
• De op het scherm weergegeven informatie is
afhankelijk van de aangesloten optionele
uitrusting.
■ Printerconfiguratie automatisch
configureren
Selecteer [Printergeg. ophal.] en klik op [Toepassen] om
de configuratie-informatie van de optionele uitrusting van
de printer te verkrijgen en weer te geven bij
[Printerconfiguratie].
• [Lengte-eenheid], [Stnd. pap.type "Willek."] en
[Externe systeemlink] worden niet automatisch
geconfigureerd.
■ Printerconfiguratie handmatig
configureren
U kunt de configuratie van de optionele uitrusting die u
van de printer verkrijgt, wijzigen.
Geef de volgende instellingen handmatig op.
[Afwerkeenheid]
Selecteer het type afwerkeenheid dat met deze machine
is verbonden.
[Offset nietmachine]
Selecteer of er een offset nietmachine is.
[Lengte-eenheid]
Selecteer of de lengte moet worden weergegeven in
[mm] of [inch].
[Stnd. pap.type ""Willek.""]
Selecteer het papiertype dat moet worden gebruikt
wanneer [Papiertype] in de [Basis]-tab op het scherm van
het printerstuurprogramma is ingesteld op [Willekeurig].
[Externe systeemlink]
Zet deze optie op [ON] om een externe systeemlink in te
schakelen, en op [OFF] om deze uit te schakelen.
ComColor FW serie Gebruikershandleiding
3
3-29

Advertenties

loading